maandag 13 oktober 2008

Wil

Wat is er met het derde deel, de wil, gebeurd? De mens is een hater van God en van zijn naaste geworden. Als God ons aan de verkeerde wil van ons hart overgeeft, om die te doen, zondigen we met graagte.

Daarom is er Gods werk voor nodig om onze wil te bekeren. Dan worden we een mens die zich in hoop, geloof en liefde op Christus, God Zoon, de verlosser richt.

Maar al is de wil dan bekeerd, er blijven bij de natuurlijke mens verkeerde dingen in het hart ('hartstochten'): een strijd tussen ik (het hart) en ik (de bekeerde wil) (Paulus noemt het een strijd tussen de oude en de nieuwe mens). Om het koninkrijk van God te zien, moet de mens opnieuw geboren worden: "uit de Geest geboren" in plaats van "uit het vlees geboren" (Joh. 3:6).

Verbeelding

Kun je mensen zomaar afbeelden? Een foto kan wel een gezichtsuitdrukking registreren, maar het laat ook iets wezenlijks weg: de interactie die er tussen mensen is. Hoe werkelijk is een beeld? Hoe waarderen we het?

'Verbeelding' is een woord dat associaties heeft met menselijke fantasie. Menselijke creativiteit: het haalt haar bouwstenen uit de schepping, maar creëert zelf een gebouw. Fictie kan ons meeslepen, ons ontroeren, laten lachen (komedie) en huilen (tragedie). Kunnen we beeld nog wel van werkelijkheid onderscheiden? De echte wereld kan ons koud laten, ons als onecht voorkomen. Er is geen band die ons aan de werkelijkheid bindt.

Het meeste in het leven is als een "vreemde wereld"; de ellende ('uitlandigheid') van de geestelijke dood.

Herinneren

Zoals we weten, geheugen is feilbaar: we kunnen vergeten. En als we herinneren, komt die herinnering vaak niet volmaakt overeen met het beeld. De psycholoog Douwe Draaisma noemt het in zijn boek 'De heimweefabriek' "wijsheid achteraf": een herinnering is als het ware een contact tussen twee polen in de tijd, het heden en het verleden.

Er is na de zondeval dus zelfs een discrepantie tussen wie we denken dat we zijn en wie we zijn.

Betekent dat dat we onze identiteit kunnen kwijtraken? Voor ons, sterfelijke mensen, is de dood onverbiddelijk; maar de geest gaat naar God.

zaterdag 4 oktober 2008

Geestesoog

Als de mens te onderscheiden is in lichaam en geest (zie 'Zijnsaspecten': "de fysische wetmatigheden gelden niet voor het geestelijke, en vice versa; de geestelijke dingen zijn niet te reduceren tot de fysische"), hoe ziet die geest er dan uit?

Volgens de filosofie van Augustinus bestaat de geest uit kennis (volmaakte herinnering), beeld / gedachte / woord (altijd gevormd door wat we weten), en liefde / wil (die kennis en beeld verbindt) (in 'Over de Drie-eenheid') (boek X). Het beeld / gedachte / woord komt òf voort uit de zintuiglijke waarneming (materieel) òf uit de kennis (herinnering) (geestelijk, ontleend aan het materiële) (boek XI). Het eerste is wijsheid, het tweede wetenschap (boek XII).

Die drie dingen lijken onmisbaar voor het hebben van een identiteit: we moeten herinneren wie we zijn, we moeten daarmee een beeld kunnen vormen, en hebben een vrije wil (al is dat een beladen term: ik bedoel dat we zelf verantwoordelijk zijn voor onze keuzes).