woensdag 21 januari 2015

Fabel: Het medicijn

In een ver vreemd land woonde eens een dokter die het enige middel tegen een dodelijke ziekte had. Een dorp verderop werd door deze ziekte getroffen en alle bewoners werden ziek. Opmerkelijk was hoe verschillend de reactie was van de dorpsgenoten.

Sommige bewoners zagen de mensen om zich heen lijden en sterven maar ontkenden dat dat schadelijk was. Volgens hen hoorde het bij de loop van de natuur.

Anderen geloofden er niet in dat deze dokter bestond. Zij redeneerden: "Er zijn genoeg kwakzalvers door dit dorp getrokken en geen enkele kon ons genezen. Er bestaan dus geen echte dokters."

Er waren er ook die het woord over deze dokter geloofden en de reis naar hem begonnen. Echter, de weg liep een berg op en vanwege de ziekte liepen de patiënten moeizaam. Velen van hen werden daarom ook geërgerd en keerden weer terug.

Sommigen bereikten de praktijk van de dokter echter wel. Zij bestelden het middel. Echter ook onder hen waren er nog onverstandigen, als blijkt uit het volgende. Deze patiënten waren er volgens mij het ernstigst aan toe omdat zij het dichtst bij de genezing waren gekomen.

Er waren enkele patiënten die dachten dat het wonen in de woonplaats van de dokter het middel was om beter te worden. Ze dachten dus dat de atmosfeer voldoende was om te genezen. Ze hadden echter ongelijk.

Er waren enkele andere patiënten die naast het middel ook alcohol of iets anders innamen om de pijn te verlichten. Nu was het echter zo dat de voortgang van de ziekte enigszins door het middel geremd werd, maar dat werd door het alcoholgebruik weer ongedaan gemaakt. Uiteindelijk nam dan de alcoholverslaving de overhand en stierven de mensen dronken.

Er waren sommigen die wachtten op een persoonlijke uitnodiging van de dokter om het middel te komen halen, terwijl die toch boven zijn praktijk geschreven had dat iedere zieke welkom was en elke patiënt bereid was persoonlijk te ontvangen.

Er waren enkele patiënten die het als hun plicht en als een voorwaarde zagen om eerst zelf de ziekte grondig te bestuderen. Ze dachten dat de dokter hen zonder grondige kennis van de ziekte niet zou willen behandelen of dat het middel dan niet zou werken. Helaas stierven veel van deze patiënten voordat ze tijd hadden om de ziekte te kennen en bij de dokter het middel te verkrijgen.

Er waren er ook die tevreden waren het middel in huis te hebben met het handgeschreven recept van de dokter. Ze beschouwden de tekst op het recept als voldoende ter genezing en vertrouwden erop dat als ze die maar vaak genoeg bekeken en bewonderden, zij niet zouden sterven.

Nog anderen namen het middel in, maar sterk verdund. Ze vonden het vervelend of overbodig om de dokter elke keer onder ogen te komen en namen het middel dus met een grote hoeveelheid water in. Onder hen waren er ook die dachten dat dit verdunde middel gecombineerd met elke dag een uur onafgebroken sporten juist het gewenste resultaat zou opleveren.

Door dit alles kwam het dat ondanks het zeker genezende middel er niet veel patiënten genezen werden.

Deze fabel leert dat er veel hindernissen zijn voor het Evangelie.

maandag 19 januari 2015

Is God een God van vrede?

Hiervoor schreef ik al over het gebed om praktische gerechtigheid in de psalmen. In de psalmen wordt God gebeden om de goddeloze te beschamen en wordt gezegd dat ze in de kuil zullen vallen die ze zelf hebben gegraven (Psalm 7, 57, 94, 140). Dat betekent niet dat je mag terugdoen wat je is aangedaan. Integendeel, anders zou de emotie in de psalmen geen smeekbede om hulp in onrecht, maar een bittere wraakzang zijn. Zelfs al wordt er gevraagd om de dood van de goddeloze die probeert de godvrezende te doden dan nog staat er: "Bedek hun gezicht met schande, dan zullen zij, HEERE, Uw Naam zoeken" (Psalm 83).

Wat kunnen we hier veel van leren in deze tijd waarin we de haat van IS lezen en daar afschuw voor hebben! We kunnen allereerst leren van het vertrouwen dat uit de psalmen spreekt. Ze herinneren aan de vorige wonderlijke leiding van God en Zijn macht. Laten we daarna leren van het doel dat in het gebed genoemd wordt, namelijk om de goddelozen Gods Naam te laten zoeken. Als we op dezelfde manier voor IS bidden worden we noch door angst noch door haat overmand (zie ook dit bericht van een andere blogger over 'Besmettelijke boosheid').

Jezus gebiedt onze vijanden lief te hebben:
"Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. (...) Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is." (evangelie van Mattheüs, 5, 44)

Maar is God een God van vrede? Is er geen sprake van geweld in de tijd van het volk Israël in de Bijbel? Er zijn twee dingen die zeker uitleg behoeven: zowel de wet in Israël als de oorlogen van Israël.

Wat de wet in Israël, door God gegeven, betreft, is het zeker dat de makers van het blad Charlie ook op grond van Gods wet in Israël ter dood gebracht zouden hebben moeten worden. Echter niet door wetteloos geweld maar op recht van de wet. Dat is op grond van het tweede gebod: het verbod op misbruik van Gods Naam.

Wat betekent dat? Het betekent dat als u een zoon van Abraham was of verkoos tot Jood gedoopt te worden, dat u dan gedood moest worden als u de naam van God misbruikte. Als hoogste recht in de wet van Israël gold niet dat alle mensen en godsdiensten gelijk zijn, maar dat er één God is. Als grondwet gold niet vrijheid van meningsuiting maar het heiligen van de naam van de enige ware God. Er gold geen vrijheid van godsdienst, maar het verbod op het maken van eigen beelden om God te dienen.

Christenen van nu hebben dezelfde wet in hun hart geschreven. Ze hebben die wet echter niet in hun land als grondwet. Niemand zal in Nederland de doodstraf krijgen voor een andere godsdienst, voor godslastering of het op een eigen manier dienen van een god. Wat heeft de situatie zo drastisch veranderd na de wet van Israël? Dat is de komst van Jezus Christus! Jezus gebood niet om alle heidenen te doden, maar gebood het evangelie aan alle schepselen van God te prediken. Jezus gebood niet om alle niet-gelovigen te verbranden, maar om gewoon naar de volgende stad te gaan. Het is waar dat niet alle christenen deze regel in alle gevallen begrepen hebben. Het gebod van Christus is echter duidelijk; nogmaals:
"Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen; zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is, want Hij laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. (...) Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is." (evangelie van Mattheüs, 5, 44)

Israël staat trouwens volledig apart in de geschiedenis. Het wordt "het volk van God" genoemd. Waarom? Omdat ze hun volledige identiteit van God hebben:
  1. Ze hebben hun naam van God: de voorvader Jakob kreeg de naam Israël, 'vorst van God'.
  2. Ze hebben hun wet van God.
  3. Ze hebben hun land van God; de voorvader Abraham ging er wonen en God beloofde het aan zijn nageslacht te geven.
  4. Ze hebben hun godsdienst van God.
  5. Ze hebben hun burgers van God; God beloofde Abraham namelijk een groot nageslacht, ontelbaar als de sterren, en gaf hem zijn zoon Izak.
  6. Ze hebben hun geschiedenis van God: God verloste ze uit slavernij in Egypte door grote wonderen en tekenen.
De punten die hier genoemd zijn, zijn de belangrijkste voor identiteit. Het moge duidelijk zijn dat deze punten op geen enkel andere staat van toepassing zijn. Ze zijn ook zeker niet meer een op een op het huidige Israël van toepassing.

Het tweede punt dat uitleg behoeft over of God een God van vrede is, is de oorlogen van Israël. Toen het volk van God, Israël, op bevel van God het land Kanaän binnentrok en in bezit nam nadat God hen uit onderdrukking in Egypte verlost had, kregen ze het expliciete bevel van God om alle steden die daar waren met vuur te verbranden en elke inwoner te doden. Het is verschrikkelijk om dat voor te stellen. Een gewapend man doden die zijn stad verdedigt is al moeilijk, laat staan een vrouw, of zelfs een bejaarde of een kind. Het lijkt op het oordeel van God over Sodom en Gomorra, waar het vuur uit de hemel regende en iedereen doodde; maar daar was het de hand van God.

Dat laatste is precies wat het antwoord is op de reden van dit geweld. Het was de hand van God. Het heeft niets te maken met het feit dat er mensen waren die niet tot Israël behoorden. Het doden van deze volken in Kanaän was niet om een of andere terloopse reden, maar op expliciet en nadrukkelijk bevel van God. Wat waren de redenen van dit oordeel van God? Die redenen spreekt God meerdere keren uit in de Bijbel: seksuele perversie: incest (Leviticus 18, 6-17), bestialiteit (Leviticus 18, 23), overspel (Leviticus 18, 20); kinderoffers (Leviticus 18, 21; Deuteronomium 18, 10); homoseksualiteit (Deuteronomium 18, 10); zwarte magie (Deuteronomium 18, 10-11). Israël was ook niet zomaar een volk, maar het volk van God om deze straf van God uit te voeren.

Maar waarom deze straffen? Waarom heeft God niet vanaf het begin van de wereld het Evangelie van vrede gepredikt? Is God met de tijd veranderd? Ik heb me geprobeerd voor te stellen hoe de inwoners van Kanaän op evangeliepredikers gereageerd zouden hebben, en denk dat daarin het antwoord op de vraag ligt. De moordzuchtige koningen van Kanaän die ook elkaar graag uitmoordden, zouden niet gauw een ander volk verwelkomd hebben of ook maar geluisterd hebben naar een Evangelie van vrede. Dat zouden parels voor de zwijnen geweest zijn! Een spreekwoord dat uit deze woorden van Jezus komt: "Geef het heilige niet aan de honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat die ze niet op enig moment met hun poten vertrappen, zich omkeren en u verscheuren." (evangelie van Mattheüs, 7, 6).

Daarom heeft Christus ook niet in het begin van de wereld geleden, maar op het moment dat God dat wilde. Daarom moeten we God niet alleen dienen met liefde, maar ook met vrees, omdat Hij niet alleen goed is, maar ook de Rechter van de aarde.