dinsdag 13 december 2011

Natuurlijk goed

In de ethiek met betrekking tot technologie wordt door conservatieven wel eens een beroep gedaan op de notie 'natuur': iets wat onnatuurlijk is, kan niet goed zijn, iets wat volgens de natuur is, moet goed zijn. Om dat argument geldig te maken moet eerst duidelijk worden gemaakt wat 'natuur' precies betekent, en wat het verschil is tussen 'volgens de natuur' en 'tegen de natuur', maar ook waarom de natuur goed is. Aan die complete uiteenzetting wil ik niet beginnen, maar in plaats daarvan wil ik in wat grote lijnen beschrijven wat de natuur en het goede met elkaar te maken hebben.

God is zichtbaar in de natuur. Misschien brengt een theoloog daar meteen tegenin: "Maar er is een verschil tussen de Schepper en de schepping!" Dat is waar; maar de natuur getuigt van Gods tegenwoordigheid. Als je overtuigd wilt worden van het bestaan van God, kijk dan even niet naar de straten, maar naar de bermen; niet naar de wolkenkrabbers, maar naar de wolken; niet naar de stenen huizen maar naar de rotsen en rivieren; niet naar de straatverlichting maar naar de maan en de zon.

"Goed," zult u zeggen, "maar dan zit ik met een probleem: hoe zit het dan met natuurrampen? Hoe zit het dan met dodelijke ziektes?" Op die dringende vragen zijn wat gehaaste onjuiste antwoorden te geven die ik even opnoem:
  1. "God straft met rampen en ziektes." Dit foute antwoord gaven ook de vrienden van Job. In het bijbelboek Job laat God de Satan toe dat hij Job kwaad doet om te laten zien dat Job God niet zal vervloeken. De drie vrienden die bij Job komen om hem te troosten bij zijn ziekte en rampen zeggen tegen Job dat hij moet zien wat hij verkeerd gedaan heeft om die straf te verdienen. Dat was kortzichtig. Aan het eind van het bijbelboek wijst God ze terecht om die kortzichtigheid.
  2. "De natuur is wel gemaakt door God maar een onpersoonlijke wetmatige kracht, God staat er buiten, en grijpt hoogstens in met bovennatuurlijke wonderen." Volgens mij geloven zelfs de meeste hedendaagse christenen hierin. Toch denk ik dat het een ernstige vorm van ongeloof is. Men verklaart: "God is onzichtbaar; God is niet te kennen; we kunnen hoogstens zeggen wat God niet is." Dat God niet zichtbaar is als een mens, of als de rest van de natuur, is duidelijk — maar dat God niet te kennen is is het grootste ongeloof dat er bestaat. We zien de kunst en wetenschap van God in de natuur. We zien Gods zorg in de natuur, zelfs voor de kleinste dingen.


Hoe kunnen we dan Gods rechtvaardigheid verdedigen? Dat is heel eenvoudig. Ook de rampen in de natuur komen van God, en wij begrijpen ze niet; maar God is veel groter dan wij. Het is zo dwaas als wat om God aan te spreken op zijn daden. Daarmee denken we dat wij God iets kunnen leren: maar het is uit de natuur zo zichtbaar als wat dat dat onmogelijk is. Je hoeft maar naar je hand te kijken om te zien dat God meer weet dan jij.
In het gesprek van Job met zijn vrienden verdedigt Job dat hij niets misdaan heeft, maar hij klaagt daarna ook God aan dat die onrechtvaardig is. Daarna geeft God een antwoord aan Job. Dat antwoord is eigenlijk één lange opsomming van de pracht van de natuur. Maar ergens staat er ook: "Is het twisten met de Almachtige onderrichten? Wie God bestraft die antwoordde daarop" (zie het bijbelboek Job, einde hoofdstuk 39).

Wie het boek Job oppervlakkig leest, denkt misschien dat God "misbruik maakt van zijn machtspositie", dat het antwoord van God aan Job autoritair is.
Maar dat is totaal onjuist. God vraagt juist aan Job: "Kun jij de hoogmoedige mensen vernederen en de goddeloze bestraffen?" (begin hoofdstuk 40). Het is immers zo duidelijk als wat dat God veel meer weet dan ons om voor de goeden te zorgen, en ook veel meer weet dan ons om de mens die hoogmoedig is en God haat te vernederen en te verslaan.
God is niet onrechtvaardig of kwaad, want dan zouden alle mensen al lang vergaan zijn (hoofdstuk 34). De Heer verdrukt niet, daarom zijn de mensen met eerbied voor hem vervuld (einde hoofdstuk 37).

Dus als er nog mensen zijn die God beschuldigen: laten ze een betere aarde maken en een betere geschiedenis schrijven. En dus ook u, filosofen: als u de hypothese dat de natuur goed is verwerpt, beschrijf dan alsjeblieft wat het goede wel is.


N.B. Een nawoord aan de waarde heer Descartes en de waarde heer Kant, die beiden God een dienst wilden doen door hem uit de natuur te halen: u hebt de mens een abstracte God gegeven omdat u de grootheid van de natuur niet genoeg hebt ingezien, of doordat u meende dat er met de natuurwetenschap niets van de oogverblindendheid van de natuur zou overblijven. Dat is verklaarbaar; het is zoiets als de restaurateur die niet durft te denken aan de faam van de schilder van het werk waaraan hij zijn hand heeft geslagen; maar om dat bij het eindwerk te blijven denken was niet goed.

woensdag 7 december 2011

Eenzaam geloven

(N.a.v. Metabletica, prof. dr. J.H. van den Berg (1956) over veranderingen in zichtbaarheid en sociale cohesie.)

Veel dingen zijn tegenwoordig minder gemeenschappelijk dan vroeger. We internetten alleen. Ik zit hier vanavond met mijn laptop op schoot in de huiskamer, en vermijd teveel interactie met mijn huisgenoten omdat ik anders niet gemakkelijk kan schrijven. Maar het gaat niet alleen om bloggen, ook om dingen opzoeken, communiceren (sociale media), post lezen (e-mail), nieuws lezen. Ondertussen sterft elke verhaalvertelling een stille dood. Ik denk dat een weggedoken houding achter een opengeslagen krant meer interactie met de omgeving mogelijk maakt dan het surfen van nieuws achter een PC. Maar er is nog meer. We werken vaker alleen. De schimmige groep van mensen die je alleen kent van het moment dat ze naar hun kantoor gaan en terug komen (file) wordt steeds groter. We reizen alleen. Hoe efficiënter het vervoer, des te afstandelijker worden de passagiers.

Alsof dit nog niet genoeg is om een leven van eenzame activiteiten te regisseren, denk ik dat er ook wel aan toegevoegd kan worden: we geloven alleen. Daarmee bedoel ik niet alleen maar dat je van iemand niet meteen kunt zeggen of hij of zij atheïst, agnost of christen is. Ook het geloof zelf is vereenzaamd en verinnerlijkt. Vroeger baden mensen hardop. De priester Eli die de vrouw Hannah geluidloos zag bidden (alleen haar lippen bewogen) dacht dat ze dronken was (bijbelboek Samuël). Vroeger lazen mensen trouwens ook hardop. Toen Augustinus (in 387) de bisschop van Milaan, Ambrosius, stil zag lezen, dacht hij eerst dat die ziek was (zie de Confessiones van Augustinus, VI, 3). Mogelijk kunnen we daarbij voegen dat anderen het ook nogal godslasterlijk en duivels zouden hebben gevonden om Gods Woord op die manier te lezen, ware het niet dat het de bisschop was die zo las. Augustinus vindt het nodig om eraan toe te voegen: "Maar met welke bedoeling hij dit ook deed, ongetwijfeld deed hij het met een goede bedoeling."

Niet alleen bidden en lezen zijn vereenzaamd; het geloof is ook gewoon particulierder geworden door de grotere onbekendheid van gemeenteleden (die op elke dag van de week hun eigen eenzamige leven leiden, mogelijk op heel andere plekken). Als er een gesprek gevoerd wordt 's zondags kun je eerst wel een half uur informatie uitwisselen over wat er die week gebeurd is. Moet je elkaar voor het delen van geloof niet beter kennen dan dat?

Mogelijk zijn er christenen en kerken in Nederland die de eenzaamheid van geloven beter tegen weten te gaan, maar het lijkt erop dat het ook op het terrein van geloof onmogelijk is te ontkomen aan de overheersende cultuur van eenzaamheid. En dat wil ik graag via deze blog met iedereen delen.

Wat nog hoop kan geven, is dat de Geest van God ook in stilte werkt.
"De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is" (Evangelie van Johannes, hoofdstuk 3).