maandag 17 april 2017

Psalmen - 13

Een psalm van David, voor de koorleider.
2 Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten?
Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?
3 Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel,
verdriet hebben in mijn hart, dag na dag?
Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen?
4 Zie mij aan, verhoor mij, HEERE, mijn God!
Verlicht mijn ogen, anders ontslaap ik in de dood,
5 anders zegt mijn vijand: Ik heb hem overwonnen,
en verheugen mijn tegenstanders zich, wanneer ik wankel.
6 Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid,
mijn hart zal zich verheugen in Uw heil,
ik zal voor de HEERE zingen,
omdat Hij goed voor mij geweest is.

Bevreemdend
Deze psalm begint met veel vragen, maar eindigt met een sterke belijdenis. David looft God omdat Hij goed voor hem geweest is, en omdat hij gelooft dat God goed ís. Wat misschien bevreemdend is, is de plotselinge verandering van twijfel naar geloof.

Twijfel is iets wat elke gelovige kent. Het is iets wat bij mens-zijn hoort. Dubio, ergo cogito. Wat van belang is, is hoe we met twijfel omgaan.
Trekken we meteen (verkeerde) conclusies? Toen Maria Magdalena op de morgen na Pasen zag dat het graf van Jezus geopend was, concludeerde ze meteen dat Jezus' lichaam was weggenomen en ging ze terug. Of gaan we op onderzoek uit zoals Petrus, die het open graf van Jezus binnenging en zag dat de doeken waren achtergebleven en netjes waren opgerold, iets wat niet kon als Jezus' lichaam was weggehaald?
Kijken we naar het moment, of kijken we ook naar wat eraan vooraf is gegaan, zoals David aan het eind van deze psalm doet?

Herkenbaar
Er zijn verschillende vormen van twijfel te benoemen. Zie bijv. dit interview met prof. Schalkwijk, die morele, intellectuele, existentiële en finale twijfel noemt, of het boek 'In dubio' door Wim Rietkerk, die twijfel van de wil, van het verstand en van het gevoel onderscheidt. Ik zou als volgt een onderscheid willen maken:
  • Allereerst is er twijfel van de wil. Wat wil ik? Dat begint natuurlijk met heel oppervlakkige dingen, maar een diepere vorm ervan is morele twijfel: waar houd ik me aan als moraal? Volgens een christen vindt deze morele twijfel, het heen en weer geslingerd worden tussen goed en kwaad, zijn oorsprong in het tegelijkertijd weten wat goed is en het verleid worden door onze begeerten.
  • Daarnaast is er twijfel van het verstand ofwel intellectuele twijfel. Wat is waar? Moet ik dit op de ene of andere manier verklaren? Een diepe vorm daarvan is existentiële twijfel: Wie ben ik? Bestaat God wel?
  • Een derde vorm is wankelen van de hoop die je hebt. Heeft mijn leven wel zin? Een diepe vorm hiervan is wanhoop. Deze laatste vorm van twijfel vinden we vooral in deze psalm, al gaat die schuil onder verschillende vragen.
Er zal vaak sprake van zijn dat deze twijfels samen optreden. Het ene kan tot het andere leiden.

Profetisch
Als we deze psalm lezen, herkennen we de twijfel niet alleen bij onszelf. We zien het ook terug bij Jezus, Gods Zoon die mens werd! Het is niet te peilen wat Zijn liefde voor de wereld was, om voor ons mens te worden. Mens-zijn betekent ook twijfelen!

Jezus werd door de duivel in de woestijn verleid (evangelie van Lukas, 4). Op de avond voor Pasen, in Gethsémané, bad Hij in grote angst of het lijden Hem bespaard mocht blijven (evangelie van Markus, 14, 34). En terwijl hij aan het kruis hing, riep Hij (citerend uit psalm 22): "Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?" (evangelie van Markus, 15, 34)

Maar in al deze gevallen kwam Jezus met zijn twijfel bij God. In de verzoeking van morele twijfel in de woestijn citeerde Hij Gods wet, waardoor we weten wat goed is. In Gethsémané bad Hij: "Niet mijn maar Uw wil geschiede". Aan het kruis stierf Hij met de woorden: "Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest".