woensdag 21 mei 2014

Lekker eten

Eten hoort bij genieten. Het enige probleem is dat net als bij wijn, we niet vanzelfsprekend met weinig tevreden zijn. Wat dat betreft kunnen we nog wel wat leren van Epicurus, die genoot van een glas water.

In het Bijbelboek Spreuken staat een prachtige spreuk over dronkenschap (23, 29-35):
Bij wie is ach, bij wie is wee? Bij wie is geruzie? Bij wie geklaag? Bij wie zijn er wonden zonder oorzaak? Bij wie wazige ogen?

Bij hen die lang doorgaan bij de wijn, bij hen die komen om gemengde drank te proeven. Kijk niet naar de wijn, wanneer hij rood kleurt,
als hij fonkelt in de beker, al glijdt hij gemakkelijk naar binnen. Uiteindelijk bijt hij als een slang, spuwt hij gif als een adder. Je ogen zullen naar vreemde vrouwen kijken, en je hart zal verderfelijke dingen spreken. Je zult zijn als iemand die ligt te slapen in het hart van de zee, en als iemand die in de top van de mast ligt te slapen.

Men heeft mij geslagen, ik ben niet ziek geworden, men heeft op mij ingebeukt, maar ik heb het niet gevoeld. Wanneer zal ik ontwaken? Ik ga weer op zoek naar wijn!
Tegelijk staat er in de Bijbel genoeg over genieten van (met mate gedronken) wijn:
Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken. Laat uw kleding te allen tijde wit zijn en laat op uw hoofd geen olie ontbreken. Geniet van het leven met de vrouw die u liefhebt, al de dagen van uw vluchtige leven die Hij u gegeven heeft onder de zon, al uw vluchtige dagen. Want dit is uw deel in het leven en bij uw zwoegen waarmee u zwoegt onder de zon. (Bijbelboek Prediker, 9, 7-9)

Maar ook met eten moet je matig zijn. In hetzelfde Bijbelboek Spreuken staat (23, 2):
Zet een mes op uw keel, als u een gulzig mens bent.
Dat staat in de contekst van het bezoek aan de rijkgedekte tafel van een heerser. Het is niet zo gek dat eraan toegevoegd wordt:
Wees niet belust op zijn smakelijke gerechten, want het is bedrieglijk voedsel.
Luxe voedsel is namelijk vaak geen gezond voedsel, omdat er ingespeeld wordt op de begeerte van de mens in plaats van de behoefte.

De Bijbel bevat ook leefregels over wat gezond voedsel is. De Joden houden een overstrenge interpretatie van deze leefregels wat ze 'kosher' noemen. Deze zijn bij het christendom buiten Israël nooit echt nagevolgd, omdat ze niet werden verplicht. Het is mooi en bijzonder dat deze leefregels door het voortschrijdend inzicht over welk voedsel schadelijk kan zijn opnieuw in de aandacht zijn gekomen bij christenen. Tessler. Toch krijgt deze opleving soms het karakter van een hype die selectieve pseudowetenschap combineert met een selectief lezen van de Bijbel. Daarom wil ik bij deze een samenvatting geven van de Bijbelse inzichten. Ik heb enkele van deze inzichten geleerd uit het boek 'Het Genesisdieet' van dr. Gordon S. Tessler en 'Wetenschap in de Bijbel' van dr. Ben Hobrink, hoewel ik enkele meningen uit het eerste boek ook wil tegenspreken en aanvullen.

Allereerst is er de schepping. God geeft de mensen alle zaden en vruchten van bomen en planten, de dieren al het groene gewas (Genesis 1, 29-30). Zaden en vruchten betekent dus ook graan!

Na de overtreding van Adam en Eva tegen God werd alles anders. Ze werden weggestuurd uit het paradijs en de aarde werd vervloekt (Genesis, 3, 17). Dat betekent dat vruchten en zaden wellicht niet meer dezelfde waarde hadden als daarvoor! Het is ook opmerkelijk dat Abel, de tweede zoon van Adam en Eva, veeherder wordt (naast Kaïn die landbouwer werd). Abel bracht God een offer van het beste van zijn vee (zoals Kaïn van de opbrengsten van de aarde), waaruit je kunt opmerken dat er toen al vlees gegeten werd!

Duidelijker is verandering te lezen bij Noach, waarvan we in de Bijbel kunnen lezen van een nieuw verbond nadat God de goddeloze mensen heeft gestraft. God spreekt tegen Noach (Genesis, 9, 3-4):
Alles wat zich beweegt, waarin leven is, zal u tot voedsel dienen; Ik heb het u allemaal gegeven, evenals het groene gewas. Maar vlees met zijn leven, zijn bloed, er nog in mag u niet eten.
Dus niet alleen vlees maar ook het groene gewas, dat eerst voor de dieren bestemd was, gaf God aan de mens in het nieuwe verbond dat duidelijk wordt bij Noach. Het bloed is dus verboden.

Wat er onder het groene gewas allemaal verstaan kan worden is verder niet duidelijk. God geeft geen onderscheid aan in de wetten aan Israël, dus lijkt het eten van paddestoelen of aardappelen niet meteen ongezond te zijn. Tegelijkertijd zijn groenten niet de ingrediënten die genoemd worden als er genoemd wordt wat de beste vruchten van de aarde voor de mens zijn; dan zijn graan, olie, wijn, honing en melk.

Een verder onderscheid tussen welke soorten vlees gezond zijn en welke niet vinden we in de wet aan Israël (Leviticus 11, Deuteronomium 14). Rund, geit, schaap zijn rein, dat wil zeggen mogen gegeten worden; varken en paard zijn onder anderen onrein. De vuistregel die God geeft is: alles wat een gespleten hoef heeft en herkauwt is rein. Deze vuistregel zorgt ervoor dat er geen roofdieren worden gegeten (die hebben geen gespleten hoeven) en geen alleseters (die herkauwen niet)! Voor de vogels is er een vergelijkbare verdeling dat er geen roofvogels of aaseters gegeten mogen worden. Voor de vissen is er een andere vuistregel: alleen vissen met schubben en vinnen mogen gegeten worden. Vis die dat niet heeft zoals garnalen of paling houdt zich vaak op in de bodem van het water en is dus meer voor afvalverwerking bestemd. Insecten zijn niet eetbaar behalve de sprinkhaan.

Het deel van het vlees wat eetbaar is vinden we ook beschreven. Men mag geen vet eten (Leviticus 7, 23). Bij het offeren was het vet ook 'voor de HEERE bestemd' (Leviticus, 3, 16). Het staat nader beschreven als de staart, het vet dat de ingewanden bedekt en het vet dat daaraan vastzit. Verder werden de kwab aan de lever, de beide nieren en de kop niet gegeten (Leviticus 3, 9-10; 1, 8).

Melk en melkproducten zijn natuurlijk ook zo oud als de geschiedenis. Isaï geeft David bijvoorbeeld kazen mee als geschenk voor de bevelhebber van het leger (1 Samuël 17, 18). David krijgt terwijl hij op de vlucht was honing, boter, vlees en kazen van koeienmelk (2 Samuël 17, 29). Geitenmelk was er natuurlijk ook (Deuteronomium, 32, 14). Als de vruchtbaarheid van het land Kanaän wordt geroemd wordt het een land genoemd dat "overvloeit van melk en honing" (Exodus, 3, 8). Zowel melk als honing zijn geschenken van God!

In Het Genesisdieet heeft dr. Tessler geen goed woord over voor melk en kaas, dat combinerend met de nodige pseudowetenschappelijke uitspraken. Tessler suggereert verder dat koemelk ongezonder zou zijn, en dat in de bijbelse tijd van alle koemelk kaas en boter gemaakt werd en alleen geitenmelk gedronken. Omdat God er geen aanwijzing voor geeft ga ik ervan uit dat het matig drinken van koemelk echt geen gezondheidsprobleem hoeft op te leveren.

Ethische regels voor het omgaan met dieren staan er ook in de Bijbel. Deze regels zijn spaarzaam maar casuïstiek, dat wil zeggen, ze geven één voorbeeld en de algemene regel moet je eruit afleiden. Allereerst is er een regel tegen overbelasting van de natuur. Als je een nest met vogels vindt, moet je of de moeder of de jongen laten gaan (Deuteronomium, 22, 6-7). Dan is er een regel tegen wreedheid. Een geitenbokje mag je niet koken in de melk van zijn moeder (Exodus, 23, 19).

Honing is een andere gave van God. Salomo vergelijkt het met de wijsheid, dus met het beste wat er is!
Eet honing, mijn zoon, want dat is goed, en honingzeem is zoet voor je gehemelte. Evenzo is het kennen van wijsheid voor je ziel: als je haar vindt, dan is er toekomst, en wordt je hoop niet afgesneden. (Spreuken, 24, 13-14)
Maar juist met het beste wat moet je ook matig zijn! Want even later lezen we:
Hebt u honing gevonden, eet dan tot u genoeg hebt, anders raakt u er oververzadigd door en spuwt u het uit. (Spreuken, 25, 16)