zaterdag 14 maart 2015

Vechten tegen de pijn

Vorige blog schreef ik over wat de reden is om de natuur hoog te achten als 'heel goed' met het oog op de Schepper. Daarin noemde ik ook dat na de zonde van de mens de vloek over de natuur is gekomen, hoewel er nog veel van het beginontwerp over is. Maar deze vloek zorgt ook voor een verandering in hoe onze houding tegenover de natuur is.

De vloek die God over de natuur uitsprak staat in het bijbelboek Genesis:
Tegen de vrouw zei Hij: Ik zal uw moeite in uw zwangerschap zeer groot maken; met pijn zult u kinderen baren. Naar uw man zal uw begeerte uitgaan, maar hij zal over u heersen. En tegen Adam zei Hij: Omdat u geluisterd hebt naar de stem van uw vrouw en van die boom gegeten hebt waarvan Ik u gebood: U mag daarvan niet eten, is de aardbodem omwille van u vervloekt; met zwoegen zult u daarvan eten, al de dagen van uw leven; dorens en distels zal hij voor u laten opkomen en u zult het gewas van het veld eten. In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. (3, 16-19)

Onvermijdelijke pijn en het vechten om levensbehoud. Dat betekent het.

Allereerst vechten om levensbehoud. De natuur doet niet meer vanzelf wat goed voor ons is, maar er is inspanning en bewerking van de natuur nodig om te kunnen eten. Dat betekent niet dat we het beginontwerp van de natuur moeten negeren maar dat we ervoor moeten vechten om het goede van het begin weer te kunnen smaken. We moeten ook niet denken dat we door inspanning een situatie kunnen bereiken die beter is dan het begin van de schepping. Maar het bewerken en bebouwen van de aarde is noodzakelijk om te kunnen overleven. En ook deze noodzakelijke strijd kan maar beter respect hebben voor, of liever verlangen naar het goede van het beginontwerp, als we nog enigszins gelukkig willen zijn met het goede dat er nog is.

De vloek betekent echter ook onvermijdelijke pijn. Hoe we ook vechten, we kunnen het lijden en de dood niet afweren. Eens moeten we onszelf dus ook de vraag stellen: moeten we hier verder vechten met middelen die meer pijn doen, of moeten we hier toegeven dat de dood onvermijdelijk is?

Maar sinds de opstanding van Christus, Gods Zoon die mens werd, uit de dood, weten we dat de dood overwonnen is door het leven. Jezus zegt: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde." (evangelie van Mattheüs, 28, 18). Als Christus terugkomt om allen te oordelen weten we ook dat het Koninkrijk van God, het rijk van het leven zal beginnen!

In het leven van een christen mag de hoop de pijn overwinnen. Zoals de apostel Paulus schrijft aan de gemeente van Rome:
Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe. En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wij zelf zuchten in onszelf, in de verwachting van de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van ons lichaam. (...) Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. (8, 22-39)