zaterdag 20 juli 2013

Iedere ketter heeft zijn letter

De naam van Christus wordt misschien aangetast omdat er zoveel mensen zijn die zich 'christen' noemen die elk andere opvattingen over het leven hebben. Vandaar ook het spreekwoord: "Iedere ketter heeft zijn letter", met andere woorden: "Alle verschillende gelovigen beroepen zich op een woord uit de Bijbel". Dat roept de vraag op: wanneer ben je echt christen?

Ik zal uit de woorden van Christus proberen aan te wijzen wat noodzakelijk is om echt christen te zijn:
  1. Je moet de woorden van God niet alleen horen maar ook doen. Dat betekent: zich bekeren, en het Evangelie geloven. Als we de leefregel die God zelf heeft gegeven niet houden (namelijk God als onze Vader boven alles lief te hebben en onze medemens lief te hebben als onszelf), zal er een onbarmhartig oordeel over ons komen als we Gods wil geweten hebben maar niet gedaan.
  2. Je moet niet zelfingenomen zijn. Jezus Christus vertelt aan zijn volgelingen het verhaal van de farizeeër en de tollenaar. De farizeeër staat in de tempel en dankt God dat hij niet is zoals andere mensen, maar veel beter. De tollenaar belijdt echter zijn zonden voor God, en gaat daarom rechtvaardiger naar huis terug. We moeten niet denken dat onze goede daden de hemel verdienen, maar onze verlossing in het lijden en de opstanding van Christus zoeken.
  3. Je moet bij de kern van het Evangelie blijven en geen dingen erbij verzinnen. In de brieven van de apostelen blijkt dat er bij de eerste gemeentes die het Evangelie van Christus aannamen al heel wat mensen waren die het Evangelie naar hun eigen smaak veranderden of er dingen aan toevoegden. In de loop van de tijd zijn dat er niet minder geworden, dus wees op je hoede dat je er zelf niet een van bent.
  4. Je moet het rijk van God verwachten. Jezus Christus roept op om als het ware niet te slapen maar wakker te blijven in het verwachten van de toekomst van het rijk van God. Begeerte naar geld of andere dingen kunnen makkelijk de verwachting van het rijk van God verstoren.
  5. Je moet God niet dienen alleen uit vrees maar ook uit liefde. Christus wilde dat zijn volgelingen God hun Vader leerden noemen, zoals Christus als Zoon van God tot Zijn Vader bad. Geloven en leven zoals God het wil is leeg als de liefde ontbreekt. Er kunnen nog zoveel verschillende gaven zijn om God te dienen, als de liefde ontbreekt, ben je niets, schrijft de apostel Paulus. En hoe zouden we onze medegelovigen liefhebben als we God niet liefhebben?

Nu moet u niet denken dat ik probeer met deze voorwaarden een groep mensen te selecteren die het best bij me past. Zoals gezegd gaat het om wat Christus tot ons heeft gezegd. En het is niet zo dat deze voorwaarden alleen maar op één soort christenen toe te passen zijn. Door de genade van God en door Zijn Heilige Geest is het mogelijk om te leven met God, van welke afkomst je ook bent. Daarom alleen God de eer!