maandag 23 maart 2009

Sprookjes

Wat voor aantrekkingskracht heeft magie? Enerzijds is er de aantrekkingskracht van onbegrensde macht over de schepping: de macht om met een toverspreuk de wereld te veranderen. Anderzijds schept de mens er behagen in vreemde goden te dienen: allerwijsste tovenaars, de overwinning van het goed over het kwaad, heldenfiguren. We 'begrijpen' de wijsheid en de heerschappij van de ware God niet (lees: willen het niet begrijpen), bepalen liever zelf wat goed en kwaad is (de zondeval!), we zijn het rijk van Satan toegevallen, waar heldenrollen en geweld zegevieren.

Met dat al is het een boze droom, en God zal er over oordelen.

Om de gevallen mens te redden heeft Christus, Gods Zoon, mens willen worden, en nog verder: vernederd mens. Hij heeft onder de wereldse rechter geleden en is gekruisigd --- om vijanden met God te verzoenen. Wie in Hem gelooft, die heeft het eeuwige leven. Die wordt in Hem een nieuw schepsel, een kind van God genoemd.

God is een God van recht en liefde. Het lijden van Christus is geen heldendaad, maar een daad van liefde (niet een daad met het doel door mensen als held (Superster) afgebeeld te worden).

God is meer dan alle andere goden: Hij is de enige God. Zo kon de profeet Jona ook zeggen tegen de heidense scheepslui: ik vrees de HEERE, de God van de hemel, die de zee en het droge gemaakt heeft. Daarom moet er een uitzien zijn naar Zijn heerlijkheid, een verbondenheid aan Zijn Koninkrijk.

Geen opmerkingen: