maandag 10 oktober 2011

Nieuwe geboorte

In het evangelie van Johannes, hoofdstuk 3, wordt beschreven hoe een theoloog bij Jezus op bezoek komt. De theoloog begint het gesprek als volgt: "We weten dat u van God komt. Want anders zou u deze wonderen niet kunnen doen." Jezus antwoordt hem echter: "Niemand kan het Koninkrijk van God zien, tenzij hij opnieuw geboren wordt."

Hoe?, vraagt de theoloog. Jezus antwoordt: Als iemand niet opnieuw geboren wordt uit Gods Geest, kan hij Gods rijk niet ingaan. Ieder die geboren wordt is 'lichamelijk', als het ware op niets anders dan op het lichamelijke gericht. Maar wat uit Gods Geest geboren is, is in staat op het Koninkrijk van God gericht te zijn. U moet zich niet verwonderen dat er hier over een "geboorte uit Gods Geest" wordt gesproken: die geboorte en die Geest is als het blazen van de wind: als u het geluid hoort hoeft u nog geen idee te hebben waar die vandaan komt of heen blaast.

De theoloog vraagt weer: Maar hoe kan dat dan? Jezus antwoordt hem: Weet u dat niet eens? Als u de dingen die voor het oog zijn niet gelooft, hoe zult u geloven als ik u de hemelse dingen zou vertellen? Maar ik kan ze u vertellen omdat ik weet wat ik spreek en het gezien heb.

Niet dat er iemand in de hemel zou kunnen opklimmen en daarvan vertellen: niemand weet de hemelse dingen dan wie uit de hemel afkomstig is, de zoon uit de mensen. En zoals Mozes de slang van koper ophief (die hij op Gods bevel gemaakt had, en die het enige middel wat om genezen te worden van de beten van de giftige slangen waarmee God Israël gestraft had), zo moet de zoon uit de mensen verhoogd worden, zodat ieder die in hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft.

Zoveel heeft God de wereld liefgehad, dat hij zijn enige zoon daarvoor gegeven heeft. Voor wie in hem gelooft is er behoud. Maar wie niet in hem gelooft is veroordeeld omdat hij de enige zoon van God niet geloofd heeft. Hierom is die veroordeling: dat het licht aan de wereld gegeven is, maar dat men de duisternis liever heeft gehad dan het licht.

Want ieder die hier een hekel aan heeft, haat dat licht omdat het zijn verkeerde daden laat zien. Maar wie het goede doet, komt naar dat licht, en dan blijkt dat zijn goede daden in God verricht zijn.

Geen opmerkingen: