woensdag 18 mei 2016

Psalm 1 - Vreugde in de wet van God

Vorige en deze week schreef ik twee keer over Psalm 1, over de inhoud en de vergelijking met de filosofen Aristoteles en Epicurus. Deze keer wil ik de inhoud meer toepassen op het alledaagse leven.

Wat centraal staat in de psalm is het vinden van de vreugde in Gods wet:
Welzalig de man
(...) die zijn vreugde vindt in de wet van de HEERE
en Zijn wet dag en nacht overdenkt.

"Gods wet" kun je hier best breed opvatten:
  • De wetten van het dienen van God: feesten, offerdienst;
  • Praktische wetten voor hygiëne, medische regels en spijswetten;
  • De ethische wet van God in de tien geboden om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf;
  • Maar ook alle woorden die van God waren opgeschreven of door profeten worden uitgesproken.

Waar komt die vreugde vandaan? Als je de psalm heel letterlijk leest zou je bijna denken dat er staat "door het dag en nacht bestuderen van de wet van God in de Bijbel". Een 'theoretische studievreugde' sluit echter bij weinig mensen aan. In plaats van theorie willen we doen! In plaats van het zoeken van God door studie van letters willen we God persoonlijk in ons hart ervaren!

De zo letterlijke manier van lezen is ook onjuist. Het gaat hier niet om het overdenken van het theoretische "reinen Vernunft", maar juist van het "praktischen Vernunft", om eens een onderscheid van Immanuel Kant te gebruiken. Dat zie je terug in de contekst waar het staat tegenover verkeerd leven. In psalm 1 gaat het om overdenken om het doen en niet om het denken zelf.

Het gaat dus wel degelijk om doen. Gaat het ook om God in ons hart ervaren? Ik meen van wel. Maar het is niet op de manier die je bij lifestylebladen vindt: zelf doen, zelf ervaren, waarbij iedereen zijn eigen god of God ontdekt. Het verschil is dat in Gods wet God aanwijst hoe we Hem kunnen ervaren, en dat God aanwijst wat we moeten doen om gelukkig te worden.

Het ervaren staat aangewezen in de godsdienstige feesten (en stond aangewezen in de offers die op het enige offer van Jezus Christus, Gods Zoon, wezen), en wijst Jezus zelf later aan in de sacramenten van doop en avondmaal. Het doen staat in de praktische wetten aan Israël maar ook in de brieven van de apostelen. En als we die volgen, vinden we niet alleen vreugde in wat we doen en navolgen maar ook in de uitkomst ervan.
Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd,
waarvan het blad niet afvalt;
al wat hij doet, zal goed gelukken.

Geen opmerkingen: