woensdag 16 januari 2013

Morgen en avond

Van het bijbelboek Prediker kunnen we iets leren over het leven ten opzichte van God. Er staat bijvoorbeeld:
"Zaai uw zaad in de morgen en trek uw hand in de avond niet terug. U weet immers niet of dit zal slagen of dat, of dat het allebei goed zal zijn." (11:6)
Waarom staat er niet: "Bid tot God wat de beste tijd is" of "Kijk welke manier God het meest wil zegenen"? Blijkbaar moet een gelovige geen paden uitwerken volgens speciale wil van God, maar de normale middelen gebruiken om een zegen van God te krijgen.

Hetzelfde zien we in het gebed dat Christus leerde (evangelie van Mattheüs, 6:5-15). Er staat niet "Leer me hoe ik kan bijdragen aan uw Koninkrijk" maar "Uw Koninkrijk kome" en "Uw wil geschiede". Er staat niet "Leer me wat hoe ik het best mijn brood kan verdienen het komende jaar" maar "Geef ons vandaag ons dagelijks brood". Dus geen uitgestippelde paden of kant-en-klaaroplossingen.

Maar leeft een gelovige dan hetzelfde als een ongelovige? Nee: een gelovige leeft in afhankelijkheid van God. Dat betekent: erkennen dat al het goede van God komt, en ook al het kwade; dat God de aarde en jezelf heeft gemaakt, de geschiedenis en jouw leven bestuurt, dat de Bijbel het Woord en de Wet van God is.

Als je om iets speciaals bidt, moet je niet denken dat bidden altijd "werkt". Bidden "werkt" alleen als het uit het geloof is dat wat God doet goed is, en als God ook goed vindt wat je vraagt. "Goed" betekent hier niet "ethisch goed", maar omvat veel meer. In het bijbelboek Prediker (of het bijbelboek Job) is goed te zien dat het leven niet langs simpele lijnen loopt.

De Prediker gebruikt een beeld om te laten zien dat we niet moeten denken dat we kunnen begrijpen wat Gods speciale wil in ons leven is. Voor de voorbeelden die hij geeft hebben we wel natuurwetenschappen, maar voor de wil van God niet:
"Evenmin als u weet wat de richting van de wind is, of hoe het gaat met de beenderen in de buik van een zwangere vrouw, evenmin kent u het werk van God, Die alles maakt." (11:5)

donderdag 3 januari 2013

Vijandig of verzoend

Vandaag las ik de historische roman 'Oorlog en vrede' van de Russische schrijver Lev Tolstoj uit. De roman is een historische weergave van de oorlog van Rusland met Frankrijk onder Napoleon. Tolstoj doet daarbij echter langzaam maar zeker heel wat uitspraken over het leven.

In het begin dacht ik dat Tolstoj een realistisch schrijver wilde zijn die het leven wil beschrijven zoals het echt is, ontdaan van ideologie. Zijn verslagen van de veldslagen zijn dat zeker. Tolstoj was goed op de hoogte van de praktijk van oorlog omdat hij zelf in het Russische leger heeft gevochten in de Kaukasus. De karakters doen realistisch aan omdat ze fouten maken en herstellen en tijdens hun leven veranderen. Maar wie goed leest merkt dat de karakters in 'Oorlog en vrede' bijna allemaal stuk voor stuk eenzijdig zijn.

Zo is er de hoofdpersoon van Peter Besoekow die schranderheid en later in zekere mate wijsheid bezit. Hij mist echter zelfbeheersing en daadkracht. Het karakter van Andreas Bolkonsky heeft inzicht, maar mist vergevingsgezindheid. Het karakter van Maria Bolkonsky heeft vergevingsgezindheid en geloof, maar mist juist weer moed. Natasja Rostow: ze heeft hoop, maar mist wijsheid. Nicolaas Rostow: hij bezit dapperheid, maar geen zelfbeheersing. Zijn vader, graaf Rostow, heeft liefde voor zijn gezin maar geen inzicht. De vader van Andreas, graaf Bolkonsky, heeft kennis maar geen rechtvaardigheid en liefde.

Het is wel waar dat in het echte leven ook zwakke en sterke punten bij mensen te benoemen zijn. Maar de karakters in 'Oorlog en vrede' geven geen enkele aanwijzing dat er ook een combinatie van de genoemde deugden kan en moet zijn. De karakters van Tolstoj zijn allemaal 'onvolwassen', wat bij mij een mistroostige indruk achterlaat na het lezen. Ik vind in ieder geval dat de christelijke lezer moet bedenken dat als hij of zij zo leeft als een van de hoofdpersonen van Tolstoj, het niet het leven is dat het christelijke geloof vereist. Oorlog en vrede geven heel wat aanleiding tot filosofische bespiegelingen, maar dat moet niet in mysticisme of fatalisme eindigen maar in het eenvoudige gebed en in een praktisch rechtvaardig leven. Dat is wat Jezus Christus ons zegt:
"Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is." (evangelie van Mattheüs, 5:17-18)
En rechtvaardig voor die wet worden we alleen door het geloof, door de genade van God:
"God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij behouden worden door Zijn leven, omdat wij verzoend zijn." (brief van de apostel Paulus aan de gemeente van Rome, 5:8-10)