zaterdag 11 februari 2017

Psalmen - 11

Hieronder volgt Psalm 11:
Een psalm van David, voor de koorleider.
Ik heb tot de HEERE de toevlucht genomen.
Hoe kunt u dan zeggen tegen mijn ziel:
Vlucht weg naar uw bergen, als een vogel!
2 Want zie, de goddelozen spannen de boog,
zij leggen hun pijlen op de pees
om in het donker te schieten op de oprechten van hart.
3 Voorzeker, de fundamenten worden omvergehaald!
Wat kan de rechtvaardige dan doen?
4 De HEERE is in Zijn heilig paleis,
de troon van de HEERE staat in de hemel;
Zijn ogen doorzien,
Zijn blikken beproeven de mensenkinderen.
5 De HEERE beproeft de rechtvaardige,
maar Zijn ziel haat de goddeloze en wie geweld liefheeft.
6 Hij zal op de goddelozen valstrikken, vuur en zwavel doen regenen.
Een verschroeiende stormwind zal het deel van hun beker zijn.
7 Want de HEERE is rechtvaardig,
Hij heeft rechtvaardige daden lief.
De oprechten zullen Zijn aangezicht aanschouwen.

Bevreemdend:
Bevreemdend in de Psalm kan zijn de directe lijn die er vanaf God naar de aarde loopt en die we misschien niet zo ervaren. Het eerste wat daaronder valt is dat God de mensen beproeft en ziet wat er in ze omgaat (vers 4). Tegenwoordig geloven mensen liever in een onpersoonlijke positieve kracht dan in een God die ons beproeft. Ze geloven daarmee niet alleen niet in een persoonlijk God, maar ook niet in een heilig en verheven God. Immers, als God heilig en verheven is, is het moeilijk voor te stellen dat Hij ons niet zou kennen en beproeven. Als Hij ons niet kent, is Hij niet verheven. Als Hij ons niet beproeft, is Hij niet heilig.

In het licht daarvan is het verwonderlijk dat er staat dat de oprechten het aangezicht van deze heilige en verheven God zullen zien (vers 7). Als God zó groot is, dan moet het wel grote genade zijn om Hem te zien en door Hem beproefd te worden.

Het tweede, dat God de goddelozen zal oordelen met 'valstrikken, vuur en zwavel' hoeft ons minder te verwonderen als we geloven in een heilig en verheven God. Wat we ons wel kunnen afvragen, is waarom we het oordeel van God niet zien. Het gaat toch vaak goed, ook met degenen die mens noch God ontzien in hun daden? Hoe komt het dat we de oordelen van God niet duidelijker zien?

Het antwoord hierop is tweevoudig. Allereerst moeten we de woorden van David poëtisch lezen en niet letterlijk. Het gaat erom dat God de goddeloze uiteindelijk ten val zal brengen. Dat gebeurt op heel verschillende manieren, maar we zien vaak wel dat het goede uiteindelijk het kwaad overwint en er gerechtigheid plaatsvindt. Ten tweede leven we sinds de komst van Jezus in de verwachting van Gods Koninkrijk. Het is er nog niet. Het is de tijd dat het Evangelie van Jezus Christus, Zoon van God, op heel de aarde verteld moet worden. Pas als dat voltooid is, zal Jezus terugkomen om de aarde te oordelen.

Herkenbaar:
Herkenbaar is de onmacht die uit het eerste deel van de psalm spreekt. "Voorzeker, de fundamenten worden omvergehaald! Wat kan de rechtvaardige dan doen?" (vers 3). Mooi is het beeld dat ertegenover staat van Gods heiligheid en verhevenheid waartoe we de toevlucht mogen nemen. Vaak blijkt dat God niet door kracht of geweld werkt, maar door Zijn Geest (profetie van Zacharia, 4, 6).

Profetisch:
Dat God de rechtvaardige beproeft en dat de oprechten Zijn aangezicht zullen zien (vers 7) kunnen we toepassen op het komende Koninkrijk van God, waarin degenen die door het geloof in God als rechtvaardig worden gerekend, bij God in de nieuwe hemel en nieuwe aarde zullen leven. Deze belofte wordt herhaald in de Openbaring aan de apostel Johannes (22, 4). God zegt tot ons:
"Wie dorst heeft, zal Ik voor niets te drinken geven uit de bron van het water des levens. Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn." (21, 6-7)