Vorige week schreef ik over een
moreel kompas in de coronacrisis. Dat was aan de hand van de tien geboden die God aan ons heeft gegeven.
Maar er is nog een elfde gebod. Jezus gaf zijn volgelingen een nieuw gebod: dat zijn volgelingen elkaar lief zouden hebben (
Johannes 13:34). We moeten niet de meeste willen zijn, maar moeten nederig worden als een kind (
Matt. 18:4). Dat is misschien moeilijk nu iedereen een andere mening heeft, maar des te belangrijker: accepteer elkaar en heb elkaar lief. Bid voor elkaar. Blijf elkaar opzoeken, want samen Gods aangezicht zoeken en Hem prijzen is ons leven.
De hoofdzaak in deze tijd is niet de coronacrisis, of hoe je daarover denkt. Het gaat in ons leven om het uitzien naar Gods Koninkrijk. De omstandigheden en de vragen van onze tijd moeten ons daar niet van afhouden, maar juist toe aansporen.
Een soortgelijke situatie las ik in de profetie van Jesaja (
Jesaja 8). Mensen maakten allerlei voorspellingen en plannen, maar Gods plan was totaal anders dan zij hadden voorzien.
"Loop te hoop — en word verpletterd; (...)
omgord u — en word verpletterd,
omgord u en word verpletterd!
Beraam een plan — het zal verijdeld worden!
Spreek een woord — het zal niet tot stand komen!"
We moeten niet op menselijke plannen vertrouwen maar ons vertrouwen moet dag in dag uit hierin zijn: dat God met ons is. Dat betekent de naam "Immanuël", de naam van Jezus. Die naam is ons ook vandaag tot troost.
We moeten niet bang en angstig zijn voor wat er om ons heen gebeurt, maar alleen de Koning van hemel en aarde dienen en Hem alleen vrezen. Hij is voor ons de enige toevlucht. Wie niet op Hem leert vertrouwen heeft geen dageraad!
"U mag geen samenzwering noemen
alles wat dit volk een samenzwering noemt;
en waar zij voor bevreesd zijn,
daarvoor mag u niet bevreesd zijn en niet schrikken.
De HEERE van de legermachten, Hem moet u heilig achten;
Hij is uw vrees en Hij is uw verschrikking.
Hij zal tot een heiligdom voor u zijn,
tot een steen des aanstoots,
en tot een rots waarover men struikelt
voor de beide huizen van Israël,
tot een strik en een val voor de inwoners van Jeruzalem.
Velen onder hen zullen struikelen,
vallen
en gebroken worden,
verstrikt raken en gevangen worden. (...)
Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.
Men zal er terneergedrukt en hongerig rondtrekken. Wanneer het gebeurt dat men hongerlijdt, zal men uitbarsten in woede, en zijn koning en zijn God vervloeken. Of men de blik nu naar boven richt, of naar de aarde kijkt, zie, er zal benauwdheid en duisternis zijn, angstaanjagende donkerheid. En men zal voortgedreven worden, het donker in."
Als we op onze overheid of op onszelf blijven vertrouwen en niet terugkeren tot God, blijft er niets anders over dan duisternis. Laten we tot God en Zijn Licht terugkeren en erkennen dat we Hem nodig hebben. Hij wacht met open armen op ons.