Het laatste bijbelboek is de Openbaring - de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes die op het eiland Patmos was "omwille van het Woord van God en het getuigenis van Christus". Jezus liet Johannes zien wat er zou gaan gebeuren, zodat wij deze dingen ook zouden weten en Jezus' woorden in acht zouden nemen. (
Openbaring 1)
Jezus' wederkomst
De Openbaring begint met zeven brieven aan de gemeenten in Klein-Azië. Maar die brieven zijn ook aan ons gericht, want ze eindigen allemaal met "Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt." (
Openbaring 2-3) Dus ja, we komen er niet aan onderuit: we hebben oren, dus we moeten luisteren naar de aansporingen en vermaningen aan de zeven gemeenten alsof ze onszelf ook gelden - ze gelden ons namelijk ook.
Daarna ziet Johannes de hemel geopend en God op de troon. Dat is een boodschap van troost voor ons: God heerst elke dag nog over deze aarde, al zien we het niet. (
Openbaring 4) Johannes ziet een verzegelde boekrol in Gods hand. Die boekrol kon door niemand worden geopend in de hemel en op de aarde. Maar door het offer van Jezus Christus, Gods Zoon, die zijn bloed gaf voor onze zonden, kan de boekrol wel worden geopend. Er is toekomst voor ons: Gods Koninkrijk zal er door Jezus Christus komen. (
Openbaring 5)
De zegels laten telkens visioenen zien van wat er over de aarde zal komen: het evangelie zal over heel de aarde gaan, er zal oorlog, armoede, hongersnood, ziekten komen (zoals ook Jezus woorden waren over de eindtijd in
Mattheüs 24). Johannes ziet de zielen van degenen die om het geloof in het Woord van God en hun getuigenis gedood zijn, die roepen om recht. Johannes ziet daarna de wederkomst van Christus. (
Openbaring 6) Daarna ziet hij de verzegeling van de dienaren van God op aarde voordat de aarde getroffen wordt door de straffen van God, en de lofprijzing van degenen die uit de grote verdrukking komen. (
Openbaring 7)
Het zevende zegel laat het visioen zien van bazuinen, waarbij elke bazuin een straf is die over de aarde komt, en een opwekking tot bekering. De eerste vier bazuinen gaan over grote tekenen in de schepping. De laatste bazuinen zijn een drievoudig "wee" over de aarde. De vijfde en de zesde zijn het toelaten van duivelse machten die de mensen pijnigen. (
Openbaring 8-9). Als de zevende bazuin zal blazen, is er geen uitstel meer, en zal Gods Koninkrijk en oordeel komen. (
Openbaring 10)
De grote verdrukking en de grote heerlijkheid
De engel die de zevende bazuin aankondigt, zegt Johannes dat hij "opnieuw" moet profeteren, "over vele volken, naties, talen en koningen". Dat luidt het tweede deel van de Openbaring in. Het tweede deel gaat over de grote verdrukking in de laatste tijd, en over de grote heerlijkheid die daarna wacht.
In
Openbaring 11 zou je een soort samenvatting daarvan kunnen lezen. Het begint met het bevel aan Johannes om de tempel van God te meten. We kunnen dat terugvinden in de
profetie van Ezechiël, 40-48. Er staat dan ook geen verder verslag in van wat Johannes meet, want het is er al (bij Ezechiël). Je zou kunnen zeggen: we moeten eerst stilstaan bij de heerlijkheid van God voordat we over de korte verdrukking nadenken. De heilige stad (Jeruzalem) zal namelijk 42 maanden (3 en een half jaar) vertrapt worden. Dat is de tijd van de grote verdrukking, die meermaals in Openbaring en in Daniël genoemd wordt. Tijdens die 42 maanden (1260 dagen) zullen twee getuigen van God profeteren. Zij hebben de macht om de hemel te sluiten voor regen zoals Elia, en om de aarde te treffen met plagen zoals Mozes. Aan het eind zullen ze gedood worden door het beest uit de afgrond (zie onder). Maar hun dood is niet definitief: zij zullen opstaan en tot God gaan. Dit is de toekomst van heel de kerk van Christus: getuigen, gedood worden en opstaan in heerlijkheid.
Na de hemelvaart van Christus is de duivel op de aarde geworpen. Johannes ziet het gebeuren. Maar er staat ook: "Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft." (
Openbaring 12) Jezus zegt daarover: "Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal." (
Mattheüs 24:21)
Johannes ziet een beest uit de zee komen, net als de profeet Daniël zo lang geleden (
Daniël 7). Anders dan bij Daniël, waarbij de beesten vier wereldrijken voorstelden, stelt dit beest een koning voor (zie
Openbaring 17:11) - de laatste koning uit het laatste wereldrijk waarover Daniël profeteerde. Het beest heeft een dodelijke wond maar herstelt ervan. Dit beest krijgt macht over heel de aarde en lastert God, en voert oorlog tegen de heiligen en overwint ze (neemt Jeruzalem in). Daarna ziet Johannes nog een tweede beest uit de aarde, wat op het Lam (Jezus) lijkt maar spreekt als de draak (de duivel). Het is een valse profeet (
Openbaring 19:20). Het doet grote tekenen, zodat mensen misschien wel zullen denken dat het Jezus zelf is die teruggekomen is (zie
Mattheüs 24:23). Het verleidt heel de aarde om een beeld van het beest (de koning) te maken en dat beeld te aanbidden, en doodt degenen die dat niet doen. Het laat dat beeld zelfs spreken. Daarnaast geeft het een merkteken aan iedereen die het beeld aanbidt, op het voorhoofd of op de rechterhand, met de naam van het beest. Zonder dat teken mogen mensen niets meer kopen of verkopen. Maar wie het beeld van het beest aanbidt of zijn teken ontvangt zal gedood worden door Gods oordeel. Wie Gods geboden houdt en gelooft in Jezus staat alleen het eeuwige geluk te wachten (
Openbaring 14).
Ik raad aan het boek Openbaring goed te lezen, zodat we het in acht kunnen nemen. Het is geen onduidelijk boek, als je je niet laat afleiden van het doel. Het doel van de Openbaring is om God te dienen ook in de laatste tijd. Het doel is niet om precies de tijd en de tekenen van tevoren te weten, maar om die te herkennen als ze daar zijn.
Hier is een kort overzicht van de beelden die in de visioenen van het tweede deel naar voren komen:
Beeld |
Betekenis |
Verwijsteksten |
Het beest uit de zee |
Een wereldheerser die zijn macht van de duivel krijgt, die God lastert en gelovigen vervolgt |
Openbaring 17:8, 17:11 |
Het beest uit de aarde |
Een valse profeet (die doet alsof hij Jezus is?) |
Openbaring 19:20 |
De hoer op het beest, ook het grote Babylon genoemd |
Een grote stad op zeven bergen (Rome?) |
Openbaring 17:9, 17:18 |
Tien hoornen op het beest |
Tien machthebbers, die tegelijk met de godlasterende wereldheerser hun macht krijgen, en Rome zullen verwoesten |
Openbaring 17:12, 16 |