In Exodus (34:6) spreekt God tot Mozes Zijn eigen Naam uit. Deze Naam van God wordt door heel de Bijbel herhaald. Zijn eigen Naam is:
"HEERE, HEERE, God,
barmhartig en genadig,
geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw,
Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden,
Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft,
maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht."
Gods Naam is dus:
- HEERE: De eigennaam van God, Jehova, die betekent: "Ik zal zijn" of "Ik ben"
- God: Jehova is de enige God en machtige
- barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw: Dit zijn Gods belangrijkste eigenschappen die iedereen moet weten.
- Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht.: Zo regeert God de wereld. Allereerst door goed te doen aan duizenden. Als tweede door heel veel te vergeven. Als laatste door te oordelen. (Tussen haakjes: De zonde van de vaders wordt niet aan de kinderen aangerekend, maar het gaat er hier over dat als de kinderen en kleinkinderen ongerechtigheid blijven doen tegen Gods wet in, ze net als hun vaders geoordeeld zullen worden. In Exodus 20 staat er "aan de derde en vierde generatie die Mij haten".)
In deze blog wil ik stil gaan staan bij de eigenschappen van God, om te beginnen met barmhartig.
Voor moslims moet dit trouwens ook een bekend woord zijn want het staat met twee woorden in soera 1 van de Koran: "ٱلرَّحۡمَٰنِ ٱلرَّحِيمِ", "alrachmaan alracheem", twee keer een variant van dezelfde stam "racham".
Wat leren we in de Bijbel over Gods barmhartigheid? Ik wil een paar dingen delen die mij opvielen toen ik zocht op het Hebreeuwse woord voor "barmhartig" in Exodus 34:6, רחום "rachum".
- Het woord wordt vaak gebruikt voor Gods vasthoudende liefde voor wie zich van God heeft afgekeerd of tegen Hem heeft gezondigd, maar terugkeert tot Hem. Het wordt ook vaak gebruikt in combinatie met "genadig", חנון "channun". (Een selectie van teksten: Deut. 4:31, 2 Kon. 13:23, Neh. 9:31, Ps. 51:1, Jes. 30:18, Jona 4:2, Zach. 1:12.)
- Bij "barmhartig" denk ik aan "de barmhartige Samaritaan", dus aan iemand die iemand anders helpt. Toch gaat het woord "racham" daar niet per se over. Het woord wordt ook gebruikt voor de liefde van een moeder voor haar kind (Jesaja 49:15) en voor een vader voor zijn kinderen (Psalm 103:13), maar ook voor de liefde van Jozef voor zijn jongere broer Benjamin als hij die weer ziet na jaren (Genesis 43:30).
- Veelzeggend is dat het Hebreeuwse woord "rechem" "baarmoeder" betekent. Ook "racham" wordt een aantal keer gebruikt om de baarmoeder aan te duiden. Dus de liefde van een moeder voor haar kind in haar heeft iets te maken met het Hebreeuwse woord wat wij met "barmhartig" vertalen.
- Je zou denken dat er bij "barmhartigheid" sprake is van een relatie tussen een meerdere (God) en een mindere (de mens). Toch is dat niet zo, want hetzelfde woord wordt gebruikt door David voor zijn liefde voor God (Psalm 18:2). Daar is het vertaald met "Ik heb U hartelijk lief, HEERE".
Daarom denk ik dat "God is barmhartig" misschien nog wel beter vertaald zou kunnen worden met "God is liefde"! (Zo wordt het in Romeinen 9:25 ook vertaald met ἀγαπάω, liefhebben.)
God heeft niet alleen degenen lief die Hem willen gehoorzamen. In het bijbelboek Jona, wat elke Jom Kippoer (de feestdag van verzoening) nog in de synagoge gelezen wordt, staat het bijzondere voorbeeld dat God barmhartig is over Ninevé. Ninevé was de hoofdstad van Assyrië, een staat die Gods volk Israël telkens vijandig is geweest. Jona wil eerst niet naar Ninevé om te prediken dat God haar zal oordelen, want hij weet dat God barmhartig en genadig is! Hij reist een andere richting op naar Tarsis per schip. Maar God laat dat schip bijna vergaan in een storm en Jona weet dat het door hem komt. Daarom zegt hij: Gooi mij maar overboord. God beschikt een grote vis die Jona opslokt en weer op het strand uitspuwt. Als Jona dan naar Gods bevel in Ninevé predikt over Gods komende oordeel, gaan de mensen van Ninevé massaal vasten en bidden en kondigt de koning nationale rouw af. God ziet dat ze zich bekeren van hun verkeerde weg en God laat het oordeel niet komen. "En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet."
En nu komt er iets onverwachts: Jona is boos op God, omdat Hij het oordeel niet liet komen. Hij zegt: "Daarom ben ik het voor geweest door naar Tarsis te vluchten! Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad" (Jona 4:2). Jona weet dat God barmhartig is (en ook Zijn andere eigenschappen uit Exodus 34:6), en Jona vluchtte omdat hij het wist dat God zelfs Zijn vijanden zou vergeven.
Later zal Jezus dat bevestigen: "Heb uw vijanden lief" (Mattheüs 5:44). Ook staan de barmhartigen in een van de negen zaligsprekingen: "Zalig zijn de barmhartigen, want aan hen zal barmhartigheid bewezen worden." (Mattheüs 5:7). Hier gaat het om de Griekse woordstam ελεος ("eleos") (in 1 Petrus 2:10 een vertaling van "rachum"). (Hetzelfde woord "eleos" wordt bebruikt om het woord "genadig" ("channun") en "goedertieren" ("chesed") te vertalen trouwens: bijv. Rom. 9:5, Matt. 9:13. Ook het woord οἰκτος "oiktos" wordt gebruikt als vertaling voor "rachum", Rom. 9:15.)
In de Bijbel staat ook de ontstellende boodschap dat God Zijn barmhartigheid wegneemt van Israël. In Hosea 1:6 moet de profeet Hosea zijn dochter "Lo-ruchama" noemen, wat betekent "Niet barmhartig". Welke hoop is er nog voor ons, als God Zijn barmhartigheid wegneemt? Hosea mag echter ook aan Israël beloven dat God zal terugkeren naar Zijn volk Israël en mag zijn dochter "Ruchama" noemen. Ik geloof dat wij dat in onze tijd vervuld gaan zien. (Zie ook Jeremia 16:5 en 16:14.)
Misschien denk je: ik geloof niet dat God barmhartig is. Hoe kan er anders zoveel onmenselijk lijden in de wereld zijn?
Lijden is er zeker. Maar het komt niet voort uit een onbarmhartig God. De dood is de ontstellende straf op en het gevolg van het verlaten van God. Als we in het lijden op God zien, weten we dat Hij alle tranen van onze ogen zal afwissen (Openbaring 21).
Integendeel, we kunnen zeggen dat Gods barmhartigheid elke dag weer te zien is, op zoveel momenten van die dag, en voor zoveel mensen. God laat de zon opkomen over goede en slechte mensen. God geeft ons voedsel, kleding, en zoveel meer zegeningen. Het lijden is de ontstellende uitzondering op deze regel. Gods barmhartigheid is het grote "normaal" wat wij zo vaak negeren, omdat we het gewend zijn. We kunnen daarom echt zeggen: God omringt ons, God kroont ons als het ware met barmhartigheid (Psalm 103:4). Gods barmhartigheid is over al Zijn werken (Psalm 145:9).
Een voetnoot over het Nederlandse woord "barmhartig". Het komt van hetzelfde woord als "ontfermen". Je zou het niet zeggen misschien, maar "bi + arm + hartig" maakt "barmhartig" en "af + armen" maakt "ontfermen". Dus "barmhartig" is hetzelfde als "een ontfermend hart" (vergelijk ook het woord "erbarmen").