Vandaag schrijf ik over psalm 23.
Een psalm van David.
De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets.
2. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
3. Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.
4. Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
5. U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
6. Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.
Bevreemdend
Bijna niets uit deze psalm is bevreemdend voor mij, behalve het ene woordje "tegenstanders" in vers 5. Ik ken niet een leven van vervolging tot de dood door Saul zoals David. Het enige wat ik ervoor in de plek kan lezen is "de tegenstander", de duivel - want zijn tegenstand tegen het geloof door ontmoediging in nare gebeurtenissen, door verleiding tot zonde, kent ieder christen. Voor de ogen van deze tegenstander nodigt God mij aan Zijn tafel van overvloed.
Herkenbaar
Dat de Heere ons als een herder leidt, is heel herkenbaar. Hij geeft ons alles wat we nodig hebben, elke dag weer. Hij draagt ons als we niet meer verder kunnen. Hij beschermt ons tegen gevaar van verkeerde paden en voor gevaar van buiten ons. We mogen elke stap van ons leven naar Hem opzien en Zijn stem volgen. Hij geeft ons rust en vrede in ons hart, wat de omstandigheden ook zijn. Hij leidt ons in de eeuwige plaats van rust, waar alle tranen van de ogen afgewist zullen worden.
Hij is ook als onze gastheer (vers 5 en 6), die ons in alles verzorgt na een vermoeiende reis, die ons overvloedig voedt, zowel met dagelijks voedsel als met Zijn Woord en Geest bij het lezen van de Bijbel en overdenken van Zijn woorden. Hij geeft ons vreugde, ook in de moeilijkste omstandigheden. We mogen altijd in Zijn huis, Zijn geborgenheid blijven, elke dag van ons leven, en voor eeuwig als de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen komen.
Profetisch
Jezus zegt: "Ik ben de goede Herder". Door Zijn voorbeeld is het beeld nog letterlijker op te vatten als het volgen van Jezus, Gods Zoon, onze Verlosser. Hij heeft Zijn leven gegeven voor Zijn schapen en is de Herder die ons nooit verlaat. Dat Jezus nu in de hemel is en altijd voor ons bidt, houdt de belofte in zich dat we eens voor eeuwig Gods aangezicht mogen zien.