Dat beeld klopt niet, want het woord "eisen" komt bijna niet voor in de Bijbel. Als God Adam en Eva maakt stelt hij ze niet een eis maar geeft God een zegen: "En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!" (Genesis, 1:28). En zou God nu van een zegenend God in een eisend God veranderd zijn? Nee, want Jezus zegt:
"Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zulke mensen is het Koninkrijk van God" (evangelie van Markus, 10:14)en:
"Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht" (evangelie van Mattheüs, 11:28-30).
God gebiedt wel dat wij de tien geboden houden, maar doet dat om ons bestwil. Wie de wet niet houdt doet in de eerste plaats zichzelf schade aan. Daarom is het een lichtere last om de wet van Jezus te houden dan om die te overtreden!
De catechismus van Heidelberg, een van de geloofsbelijdenissen (die dit jaar 450 jaar bestaat) van de kerk in Nederland, heeft het wel over "wat God van ons eist" (erfordert). Maar die geloofsbelijdenis heeft geen andere insteek. Met de vraag naar de eis van God gaat ze namelijk in tegen een al verkeerd Godsbeeld, namelijk dat we God met goede daden tevreden moeten stellen. "Wie dat denkt, komt erachter dat de wet van God nooit meer door ons gehouden zal kunnen worden zonder de grootste genade van God", zegt deze catechismus. "Wie God tevreden denkt te kunnen stellen snapt niet wat Gods rechtvaardigheid (dat wil zeggen: het hoogste goed) vereist." Dat is dus de les van het christelijke geloof: om het goede van God te krijgen, moeten we niet denken dat we dat zelf kunnen geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten