Het meest opvallende in de psalm is het geloof van David in God. Dat geloof is niet gemakkelijk in zijn omstandigheden: hij is van koning vluchteling geworden. Daarnaast krijgt hij steeds meer tegenstanders. Ook velen geloven daarom dat hij niet door God wordt gesteund: "Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God.".
Daarentegen noemt David God zijn beschutting en schild, en zijn eer, en degene die zijn hoofd omhoog heft. David bidt ver weg van de berg Sion waarop Jeruzalem gebouwd was, maar gelooft dat God hem verhoort: "Met mijn stem riep ik tot de HEERE, en Hij verhoorde mij vanaf Zijn heilige berg.". Dus ook in moeilijke omstandigheden is het mogelijk om God te dienen:
- God beschermt in die omstandigheden;
- David noemt God zijn eer, dus hij gelooft nog vast dat hij een kind van God is en een roeping van God heeft;
- De geestelijke ondersteuning van God is merkbaar, God beurt ons op;
- Het is mogelijk op elke plek en op elk moment tot God te bidden en Hij verhoort ons gebed.
Dat hij gerust kan slapen en weer wakker worden zonder gedood te zijn ziet David als daad van God (vers 6), als bewijs dat God met hem is.
Psalm 3 wordt ook wel de morgenpsalm genoemd, Psalm 4 de avondpsalm, omdat het in Psalm 3 gaat over weer wakker worden door Gods genade, en in Psalm 4 over in vrede gaan slapen. We zouden inderdaad elke dag bij ons opstaan kunnen nadenken over Gods genade. We zijn in waarschijnlijk in betere omstandigheden als David, maar hebben we ook geloof in God dat Hij ons fysiek en geestelijk wil helpen en ons gebed verhoort? Geloven we dat we door God geroepen zijn tot geloof en verlossing, zodat we God onze eer kunnen noemen? Of houden we God liever op afstand?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten