Het toekomstbeeld van christenen over hoe het komende Koninkrijk van God er uitziet, is in een grote mate nog verhuld. We weten niet precies hoe het nieuwe paradijs eruit zal gaan zien. De Bijbel hoeft er ook niet veel over te zeggen, want we weten dat God daar is, en we weten Wie God is. Hij is goed, Hij is liefdevol, Hij is rechtvaardig, Hij is betrouwbaar. Dat is genoeg om te weten.
Toch zijn er ook genoeg dingen die we wel kunnen weten. Er zullen bijvoorbeeld geen 72 maagden op ons wachten. Jezus zegt: "Want in de opstanding nemen ze niet ten huwelijk en worden ze niet ten huwelijk gegeven, maar ze zijn als engelen van God in de hemel" (Mattheüs 22:30). Er staat ook nergens in de Bijbel dat we er eeuwig alleen maar zullen zingen. Natuurlijk, we zullen ons in God elke dag verheugen en Hem voor altijd en elke dag mogen aanbidden, maar er staat niet dat dat de enige bezigheid is in het nieuwe paradijs. Ook staat er nergens dat we vleugels krijgen als de engelen en ergens boven de wolken terechtkomen in de hemel. In de Bijbel staat dat er na het eindoordeel van God over alle mensen voor Zijn troon, er een nieuwe hemel en nieuwe aarde zal worden geschapen die we mogen beërven (Op. 20:11, 21:1).
Die nieuwe hemel en nieuwe aarde bevat de rivier van het water van het leven (Op. 22:1) en bomen van het leven die vruchten geven om te eten (Op. 22:2). Er staat dat er geen nacht meer zal zijn, omdat God Zelf in het midden zal wonen en de Bron van het licht zal zijn (Op. 22:5). Er staat dat we de taak zullen krijgen om over de nieuwe hemel en aarde voor altijd te regeren (Op. 22:5). En geloof maar dat die nieuwe hemel en nieuwe aarde op z'n minst net zo prachtig, net zo overweldigend, net zo majestueus zullen zijn als de huidige hemel en aarde.
Ook verwachten we de verheerlijking van Israël. Dat kunnen we bijvoorbeeld lezen in Jesaja 60. Ook daar wordt vermeld dat er geen zon en maan meer zullen zijn omdat God de Bron van het licht is (Jes. 60:19). Waarom zal God Israël extra eer geven? Omdat God Zelf ervoor kiest. Hij zal Zijn heerlijkheid over hen laten opgaan (vers 2 en 9). God zal Zich over Israël ontfermen na Zijn toorn die over Israël gekomen is (10). God zal het doen om de plaats van Zijn heiligdom aanzien te geven (13). Hij zal hen tot eeuwige glorie maken (15). Wij, de volken die na Israël over God gehoord hebben en tot geloof gekomen zijn, zullen hen dienen (vers 6, 9). Onze taak nu is om voor dit herstel van Israël te bidden, en God - met eerbied gesproken - geen rust te geven, totdat het vervuld is (Jes. 62:7). Wij mogen tegen de dochter van Sion zeggen: "Zie, uw verlossing komt" (62:11). Onze taak nu is om Jeruzalem en het volk Israël - het gidsvolk van God - lief te hebben, over haar huidige verdriet te treuren, en over haar toekomst ons te verheugen (Jes. 66:10).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten