donderdag 30 januari 2025

Psalm 23

Vandaag schrijf ik over psalm 23.

Een psalm van David.

De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets.
2. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
3. Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.

4. Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.

5. U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.

6. Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.

Bevreemdend

Bijna niets uit deze psalm is bevreemdend voor mij, behalve het ene woordje "tegenstanders" in vers 5. Ik ken niet een leven van vervolging tot de dood door Saul zoals David. Het enige wat ik ervoor in de plek kan lezen is "de tegenstander", de duivel - want zijn tegenstand tegen het geloof door ontmoediging in nare gebeurtenissen, door verleiding tot zonde, kent ieder christen. Voor de ogen van deze tegenstander nodigt God mij aan Zijn tafel van overvloed.

Herkenbaar

Dat de Heere ons als een herder leidt, is heel herkenbaar. Hij geeft ons alles wat we nodig hebben, elke dag weer. Hij draagt ons als we niet meer verder kunnen. Hij beschermt ons tegen gevaar van verkeerde paden en voor gevaar van buiten ons. We mogen elke stap van ons leven naar Hem opzien en Zijn stem volgen. Hij geeft ons rust en vrede in ons hart, wat de omstandigheden ook zijn. Hij leidt ons in de eeuwige plaats van rust, waar alle tranen van de ogen afgewist zullen worden.

Hij is ook als onze gastheer (vers 5 en 6), die ons in alles verzorgt na een vermoeiende reis, die ons overvloedig voedt, zowel met dagelijks voedsel als met Zijn Woord en Geest bij het lezen van de Bijbel en overdenken van Zijn woorden. Hij geeft ons vreugde, ook in de moeilijkste omstandigheden. We mogen altijd in Zijn huis, Zijn geborgenheid blijven, elke dag van ons leven, en voor eeuwig als de nieuwe hemel en nieuwe aarde er zullen komen.

Profetisch

Jezus zegt: "Ik ben de goede Herder". Door Zijn voorbeeld is het beeld nog letterlijker op te vatten als het volgen van Jezus, Gods Zoon, onze Verlosser. Hij heeft Zijn leven gegeven voor Zijn schapen en is de Herder die ons nooit verlaat. Dat Jezus nu in de hemel is en altijd voor ons bidt, houdt de belofte in zich dat we eens voor eeuwig Gods aangezicht mogen zien.

maandag 20 januari 2025

Hoe Gods eigenschappen zichtbaar worden

Eerder schreef ik over hoe God Zichzelf noemt aan Mozes: God is barmhartig, genadig, geduldig, rijk aan goedertierenheid en trouw.

Vandaag wil ik schrijven over wat daarop volgt en waarmee God Zijn woorden afsluit (Exodus 34:7):

"Die goedertierenheid blijft bewijzen aan duizenden, Die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft, maar Die de schuldige zeker niet voor onschuldig houdt en de ongerechtigheid van de vaders vergeldt aan de kinderen en kleinkinderen, tot in het derde en vierde geslacht."

Over die laatste zin schreef ik al eerder: De zonde van de vaders wordt niet aan de kinderen aangerekend, maar het gaat er hier over dat als de kinderen en kleinkinderen ongerechtigheid blijven doen tegen Gods wet in, ze net als hun vaders geoordeeld zullen worden. In Exodus 20 staat er "aan de derde en vierde generatie die Mij haten". In Ezechiël 18 wordt nadrukkelijk en met meerdere voorbeelden gezegd:

"De mens die zondigt, díe zal sterven. De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal op hemzelf zijn, en de goddeloosheid van de goddeloze zal op hemzelf zijn."

God spreekt in een zekere zin in dit vers over de consequenties van Zijn eigenschappen van barmhartigheid (liefde), genade, geduld, goedertierenheid en betrouwbaarheid. Je kunt Gods eigenschappen terugzien in:

  • Zijn blijvende bewijs van goedertierenheid aan duizenden, al zo lang de aarde bestaat. Elke dag laat God de zon opgaan over goede en slechte mensen en geeft regen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen (Matt. 5:45). God laat dus zien dat Hij zelfs Zijn vijanden liefheeft. Ja, Hij heeft Zijn enige Zoon voor ons overgegeven zodat wij zouden leven, die Zijn vijanden waren door onze zonden.
  • Zijn vergeving. In het Hebreeuwse woord "vergeeft" (נשׂא, "nasa") zit ook het woord "dragen" of "wegnemen". Normaliter "draag" je je eigen zonden (bijv. Lev. 5:1, 7:18, 17:16, Num. 14:34, 18:22, ...). God stelde de offerdienst in, waarbij een bok de zonden van het volk "wegdroeg" (Lev. 16:22) of de hogepriester de zonden van het volk droeg (Ex. 28:38). Zo heeft Jezus onze zonden weggedragen aan het kruis.
  • Het is troostend dat er staat dat God "zonde, misdrijf en misslagen" vergeeft. Er worden drie verschillende woorden gebruikt. Ik denk dat dat is om de verschillende soorten zonden te benoemen: onopzettelijke zonden, maar ook misstappen die we eigenlijk wel wisten maar waar we toe verleid werden, ongeloof, maar ook hoogmoed, dingen die we verkeerd deden maar ook dingen die we nalieten te doen. God is groot van vergeving.
  • Zijn rechtvaardige oordeel. God laat de schuldige niet ongestraft. Wij mensen kunnen soms de schuldige niet straffen en staan machteloos, maar Gods eindoordeel zal iedereen aangaan, en ieder oordelen naar zijn daden. Als we dat in deze generatie niet zien, dan zullen we het in de volgende generatie zien.

Maar bevat deze tekst niet een tegenstrijdigheid? Hoe kan het namelijk dat God vergeeft en tegelijkertijd ook de schuldige niet onschuldig houdt?

God wil ons vergeven. Daartoe moeten we de oplossing buiten onszelf zoeken, toont de offerdienst aan. De vergeving ligt dus in het gaan tot God en in het vertrouwen op Zijn vergeving buiten ons. Degene die niet naar God gaat, maar op zijn eigen manier probeert rechtvaardig te zijn en Gods weg veracht, zal een vreselijk oordeel vallen, omdat ze God niet geloofd hebben.

"Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God." (Johannes 3)

donderdag 9 januari 2025

God is vol van trouw

God is barmhartig, genadig, geduldig, rijk aan goedertierenheid en trouw. Daarmee maakt God Zich bekend in Exodus 34:6. Over de eerste vier eigenschappen schreven we in vorige berichten. God is dus ook vol van trouw (of betrouwbaarheid). Daarover wil ik vandaag wat delen.

Het Hebreeuwse woord voor trouw in Exodus 34:6 is אמת ("emet"). Het is afgeleid van het werkwoord אמן ("aman") waar ons woord "amen" vandaan komt (wat iets betekent als: "dat is waar, dat is zeker"). Het woord "aman" betekent letterlijk opbouwen of ondersteunen, en figuurlijk ook vertrouwen of geloven. Het woord voor "geloof" in de Bijbel is vaak "aman" (bijv. Gen. 15:6, Ex. 4:31, Ex. 14:31). "Emet" betekent "vastheid", "betrouwbaarheid", "waarheid", "zekerheid".

Andere wat minder vanzelfsprekende afgeleide betekenissen van "aman" zijn:

  • "aman" kan ook verzorg(st)er betekenen: het wordt bijvoorbeeld gebruikt voor God Die Zijn volk draagt als een baby op Zijn arm (Num. 11:12), en voor Naomi die voedster wordt van de baby Obed (Ruth 4:16), ook bijv. Jes. 49:23 van koningen
  • "omena", afgeleid van "aman", betekent pilaar (1 Kon. 18:16)

Voor mensen wordt het woord "betrouwbaar" ("emet") gebruikt voor verschillende situaties:

  • Voor Mozes die betrouwbaar is voor God (Num. 12:7)
  • Voor Samuël die een trouw priester voor God is (1 Sam. 2:35), in contrast met de zonen van Eli, die machtsmisbruik maakten
  • Voor Davids trouw aan Saul (1 Sam. 22:14), die Saul altijd diende
  • Voor de mannen die geld beheerden voor de reparatie van de tempel (2 Kon. 12:15)
  • Voor getuigen die de waarheid spreken (Spr. 12:19, 14:5), tegenover een lasteraar (Spr. 11:13)
  • Voor boodschappers die betrouwbaar zijn (Spr. 13:17, 25:13)
  • Voor het vellen van een eerlijk oordeel (Zach. 7:9, Ezech. 18:8)

God maakt dus aan ons bekend dat Hij vol van trouw, of liever vol van betrouwbaarheid is. Bij mensen zeggen we: "iemand is betrouwbaar" of "hem moet je niet vertrouwen". Er is niet zoiets als meer of minder betrouwbaar: het is betrouwbaar of niet. En ook betrouwbare mensen hebben het wel eens mis of kunnen iets te snel geoordeeld hebben. Maar God is niet alleen betrouwbaar, Hij heeft de hoogste mate van betrouwbaarheid! Zijn betrouwbaarheid raakt nooit op. Zijn trouw is, net als Zijn goedertierenheid, voor eeuwig en van generatie op generatie (bijv. Psalm 100:5, 117:2, 146:6). Zijn waarheid is hoog als de hemel (Psalm 57:10, 108:4). Hij komt al Zijn beloften na. Hij laat ons nooit in de steek. Hij maakt nooit misbruik van Zijn macht. Hij spreekt altijd de waarheid. Zijn oordelen zijn altijd eerlijk.

In het Nieuwe Testament wordt het woord πιστος ("pistos"), "betrouwbaar" en αληθινος ("alethinos"), "waarachtig" (letterlijk "onverbergend") gebruikt als vertaling van "emet". In het Grieks zijn "betrouwbaar" en "waar" twee verschillende begrippen. Soms worden deze twee begrippen zelfs in één adem genoemd als het om Jezus of Gods woorden gaat, namelijk in Openb. 3:14, 19:11, 21:5, 22:6. Jezus Christus, Gods Zoon die mens werd, is de betrouwbare getuige (Openb. 1:5) en een trouwe hogepriester (Hebr.2:17).

Van Gods betrouwbaarheid worden de volgende voorbeelden gegeven in de Bijbel:

  • Hij zal ons niet boven vermogen beproeven (1 Kor. 10:13)
  • Hij bewaart ons voor de boze (2 Thess. 3:3)
  • als wij Hem ontrouw zijn, blijft Hij betrouwbaar (2 Tim. 2:13) - Hij vergeeft onze zonden als wij die belijden (1 Joh. 1:9
  • Hij houdt Zijn beloften (Hebr. 10:23, 2 Kor. 1:18-20)
  • Hij houdt het verbond (Deut. 7:9): goedertierenheid aan hen die Hem liefhebben, vergelding aan hen die Hem haten
  • Zijn woorden zijn altijd waar (Psalm 12:6, 19:7, 119:160)
  • Zijn oordeel is betrouwbaar (Psalm 19:9)

Waar David in Psalm 12 klaagt dat er geen betrouwbare mensen meer zijn, laat hij erop volgen dat Gods woorden puur zijn, als zilver dat zevenmaal gezuiverd is in een oven. Gods betrouwbaarheid omringt Hem (Psalm 89:8). Zijn licht en Zijn waarheid zullen ons tot Hem leiden (Psalm 43:3).

donderdag 2 januari 2025

God is rijk aan goedertierenheid

In vorige berichten schreef ik over Gods barmhartigheid, genade en geduld. Dit is hoe God Zichzelf bekendmaakt aan Mozes in Exodus 34:6. Na barmhartig, genadig en geduldig volgt: rijk aan goedertierenheid en trouw (Statenvertaling: "groot van weldadigheid en waarheid"). Wat betekent dat?

Als we ons hierin verdiepen valt allereerst op dat deze combinatie van "goedertierenheid en trouw" (Hebreeuws: חסד, "chesed" en אמת, "emet") ook als combinatie voor mensen wordt genoemd. In Genesis 47:29 vraagt Israël of zijn zoon Jozef hem "goedertieren en trouw" wil zijn door hem niet in Egypte te begraven maar bij zijn voorvaderen. In Genesis 24:49 vraagt Abrahams knecht of Laban en Bethuël Abraham "goedertieren en trouw" willen zijn door in te stemmen met het huwelijk van hun dochter en zus Rachel met Izak. In Jozua 2:14 beloven de verspieders "goedertieren en trouw" te willen zijn door Rachab en haar familie in het leven te sparen als Jericho veroverd wordt. Ook in Spreuken wordt de combinatie van "goedertierenheid en trouw" voor mensen genoemd (Spr. 3:3, 16:6, 20:28) - zij geven gunst in de ogen van God en van mensen, verzoenen de misdaad en bewaren de koning. "Goedertierenheid en trouw" lijkt dus iets te betekenen van een goede band tussen mensen. Dat God "rijk aan goedertierenheid en trouw" wordt genoemd, wil zeggen dat God overvloedig is in het aangaan van deze goede band met mensen. God wil zo ver neerbuigen dat Hij ons Zijn vriendschap wil geven.

Hoe overvloedig is God hierin? Dat lezen we in het volgende vers (Exodus 34:7): "Die goedertierenheid (chesed) blijft bewijzen aan duizenden generaties". Dit is een herhaling van wat in de tien geboden al gezegd is (Exodus 20:6), en het staat tegenover de "drie of vier generaties" die God straft als zij Hem net als hun vaders haten. "Duizenden generaties" betekent dat Gods goedertierenheid nooit uitgeput is, ook in het jaar 2025 niet. De aarde bestaat nog niet lang genoeg om op één duizend generaties uit te komen (stel dat iedereen in z'n 20e jaar zijn eerste kind krijgt, dan is duizend generaties 20.000 jaar), laat staan duizenden. In de Bijbel wordt dit vaak uitgedrukt door "Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid", verder dan wij kunnen kijken (bijv. Psalm 100:5, 103:17, 106:1, 107:1, 118:1-4, 136, 138:8).

Tegenover Gods eeuwige goedertierenheid staat de vergankelijke goedertierenheid van de mens (Jesaja 40:6-8):

"Alle vlees is gras
en al zijn goedertierenheid als een bloem op het veld.
Het gras verdort, de bloem valt af,
als de Geest van de HEERE erover blaast.
Voorwaar, het volk is gras.
Het gras verdort, de bloem valt af,
maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig.

Wat betekent "goedertieren" (chesed) nu precies? Laten we daarvoor wat voorbeelden opnoemen van mensen:

  • Abraham vraagt Sara hem deze "goedertierenheid" (gunst) te bewijzen door hem haar broer te noemen in plaats van haar man (Gen. 19:19)
  • Abimelech geeft Abraham veel bezittingen en de toestemming om overal te gaan wonen in zijn land (Gen. 20, 21:23)
  • Laban en Bethuël stemmen in met het huwelijk van Rachel en Izak (Gen. 24:49)
  • Israël vraagt Jozef om hem bij zijn voorvaderen te begraven (Gen. 47:29)
  • Rachab vraagt de verspieders om haar en haar familie in het leven te sparen (Jozua 2:12)
  • Jonathan vraagt David hem en zijn nageslacht te laten leven als David koning wordt (1 Sam. 20:11-15)
  • de bewoners van Jabes begraven Saul nadat deze is gesneuveld (2 Sam. 2:5)

Voorbeelden waarin Gods "goedertierenheid" wordt genoemd:

  • God spaart het leven van Lot als Hij Sodom straft (Gen. 19:19)
  • God wijst Abrahams knecht de weg naar een bruid voor Izak (Gen. 24:12)
  • God geeft Jakob veel bezit, terwijl hij eerst alleen zijn staf had (Gen. 32:10)
  • God zorgt dat Jozef in de gevangenis goed behandeld wordt (Gen. 39:21)
  • God verlost Israël (bijv. Ex. 15:13, Psalm 13:5, 89:50, 98:3, 136)
  • God beschermt de koning (bijv. Psalm 61:7)
  • God verhoort het gebed (bijv. Psalm 69:14)

Zou "vol van genade en waarheid" in het evangelie van Johannes (1:14, 1:17) een vertaling zijn van "rijk aan goedertierenheid en trouw" (Ex. 34:6)? Dat wordt gezegd van Jezus:

En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid. (...) En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade. Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn er door Jezus Christus gekomen.

Het woord dat in Johannes 1 wordt gebruikt voor "genade" is χαρις (charis). Elders wordt "chesed" vertaald met het Griekse ελεος (eleos): "Ik wil barmhartigheid en geen offer" (Matt. 9:13 en 12:7, een vertaling van Micha 6:8) en bijv. Lukas 1:50: "barmhartigheid van geslacht tot geslacht" (wellicht ook Ef. 2:4, Jak. 3:17, 1 Petr. 1:3, Rom. 15:9 die Psalm 18:49-50 lijkt te citeren).

In psalm 136 maar ook in psalm 107 is Gods goedertierenheid het refrein dat telkens terugkomt. Hij "kroont" ons "met goedertierenheid (chesed) en barmhartigheid (channun)" (Psalm 103:4). Mozes bidt: "verzadig ons in de morgen met Uw goedertierenheid" (Psalm 90:14). God zorgt dagelijks voor mens en dier (Psalm 145:15-17):

De ogen van allen wachten op U,
U geeft hun hun voedsel op zijn tijd.
U doet Uw hand open
en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.
De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen,
goedertieren (chasied) in al Zijn werken.

De aarde is vol van de goedertierenheid van God (Psalm 33:5). Mensen willen graag worden gezien als goedertieren, maar liegen er vaak over (Spr. 19:22) - God is goedertieren. David en Micha klagen beiden dat de goedertieren mensen ontbreken (Psalm 12:2, Micha 7:2). Maar God is eeuwig en dagelijks goedertieren en omringt ons ermee.

Laat ik afsluiten met het eerste stukje van psalm 107:

Loof de HEERE, want Hij is goed,
want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.
Laten zo spreken wie de HEERE verlost heeft,
die Hij verlost heeft uit de hand van de tegenstanders,
en die Hij uit de landen bijeengebracht heeft,
van het oosten en van het westen, van het noorden en van de zee.

Er waren er die dwaalden in de woestijn, op een weg door de wildernis,
een stad om te wonen vonden zij niet.
Zij waren hongerig, ja, ook dorstig,
hun ziel was in hen bezweken.

Maar toen zij in hun benauwdheid tot de HEERE riepen,
redde Hij hen uit hun angsten.
Hij leidde hen op een rechte weg,
zodat zij naar een stad konden gaan om te wonen.

Laten zij de HEERE loven om Zijn goedertierenheid
en om Zijn wonderen voor de mensenkinderen.