De huidige Nederlandse samenleving wordt in ieder geval gekentekend door grote vrijheid voor het individu, en verantwoordelijkheid voor het individu. Waar die vrijheid gelimiteerd is is het vooral waar het individu anderen zou kunnen schaden --- wapenbezit bijvoorbeeld. Het staat een ieder vrij om teveel te eten, te roken, te drinken, en op enige andere manier ongezond of gevaarlijk te leven --- en producenten spelen hier handig op in. Alles kan lekkerder, mooier, sneller, meeslepender. Maar --- kan zo'n vrijheid een cultuur niet te gronde richten? Hier staat vrijheid (liberalisme) tegenover beperking.
Een artikel juist over vrijheid verscheen gisteren in het Reformatorisch Dagblad: 'Echte vrijheid: kiezen voor het goede'. Daarin betoogt G. van den Brink dat vrijheid vanuit Christelijke visie niet als doel op zichzelf moet worden gezien, maar als middel om het goede te doen. Uiterste vrijheid, dus ook om zichzelf te schaden is absurd: daar beschermen we toch ook kinderen tegen? Ook noemt Van den Brink rechtvaardigheid als belangrijke norm van de overheid; met een beroep op rechtvaardigheid ontnemen we bijvoorbeeld misdadigers hun vrijheid door hen gevangen te houden.
Het uiteindelijke antwoord op mijn vraag vond ik echter in een prachtig geschrift van de bekende Wittenbergse doctor Maarten Luther: 'Von der freyheyt eynisz Christen menschen'. Het geschrift van Luther wordt soms weggedaan als een rebels geschrift tegen het pauselijk gezag. Dat doet schromelijk tekort --- mijns inziens is het een van de beste beschrijvingen van het fundament van een Christelijke ethiek, geschreven vanuit het principe van het geloof in Christus, en daarom zuiver. Luther besluit de vrijheid van een Christen, "die yhm Christus erworben und geben hatt", in deze twee:
Eyn Christen mensch ist eyn freyer herr, über alle ding, und niemandt unterthan.
Eyn Christen mensch ist eyn dienstpar knecht aller ding und yderman unterthan.
Heel kort samengevat is de uiteenzetting in het geschrift van Luther: de vrijheid is in het geloof, waarin geen voorwaarde is dan de verlossing door Christus; de dienstbaarheid is in de liefde tot God en tot de naaste. Dát is de Christelijke balans tussen vrijheid en gebondenheid:
Aus dem allenn folget der beschluß, das eyn Christen mensch lebt nit ynn yhm selb, sondern ynn Christo und seynem nehstenn, ynn Christo durch den glauben, ym nehsten, durch die liebe.
Een Christen moet dus handelen uit het beginsel van liefde, terwijl hij zijn vrijheid weet uit Christus. Die vrijheid is geen liberalistische vrijheid: vrijheid is geen praktisch doel op zich. Praktische overwegingen, ook voor de overheid, moeten gebeuren uit de regel van de liefde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten