Misschien heb je mijn vorige bericht gelezen en heb je goede tegenargumenten. Ik zal er een aantal noemen die ik heb gehoord.
Allereerst, je zou kunnen antwoorden: "Je zoekt het te hoog. Er is geen groot antwoord op de zin van het leven, maar dat hoeft ook niet. De zin van het leven ligt in het genieten van het moment. Je zou zelfs kunnen zeggen dat in het moment een wereld vol zingeving zit."
Dit is een antwoord dat deels waar is. Het deel dat waar is, is dat een moment inderdaad een wereld vol zingeving en geluk kan zijn. Maar ten eerste is dat geen tegenwerping tegen het pleidooi om open te staan voor het bestaan van God. De vrede met God kan het geluk van ieder moment alleen maar groter maken, niet kleiner. Het geluk van het moment is ook geen reden om te veronderstellen dat de rest van het leven als geheel dan zinloos moet zijn. Het is juist reden om te onderzoeken of er een grotere werkelijkheid achter dat moment zit.
Een ander tegenargument kan zijn: "Ja, lekker makkelijk. Iedereen kan wel zeggen dat er eeuwig leven is na de dood. Niemand kan je tegenspreken. Dat kan een vrijbrief zijn voor het verwaarlozen van het leven hier op aarde."
Ook dit antwoord is deels waar. Het is waar dat dit een makkelijk antwoord zou kunnen zijn, en dat het geloof in leven na de dood kan leiden tot een verachting van het leven nu. Maar dat is absoluut niet waartoe ik uitnodig als ik vraag je open te stellen voor de mogelijkheid van het bestaan van God. Ik heb het over die God en Vader die Zijn eigen Zoon Jezus voor onze zonden heeft overgegeven. Wij zondigen niet goedkoop, en heel de aarde is vol van Gods glorie. Ik heb het over die God, die persoonlijk aarde en hemel heeft gemaakt en gevraagd heeft of wij zorg willen dragen voor deze aarde, de schepselen daarop en elkaar. Ik heb het over die God die oproept om je leven te verliezen in volledige overgave aan Hem, door het liefhebben van Hem boven alles en van je naaste als jezelf, en het gelovig vertrouwen op het offer van Zijn Zoon voor onze zonden.
Een laatste, heel ander tegenargument kan zijn: "Ik wil helemaal niet eeuwig leven. Dat kan helemaal niet zingevend zijn." Dit tegenargument is met succes gesuggereerd door literatuur, bijvoorbeeld misschien door het verhaal van Toon Telligen over de dag dat de boosheid verdwenen was en de dieren helemaal niet meer weten wat ze moeten voelen en lusteloos voor zicht uit gaan zitten staren en "het ergste vrezen". Of door het verhaal over 'De onsterfelijke' van Borges, een man die van 'de rivier van de onsterfelijkheid' heeft gedronken en na duizenden jaren verlangt naar de dood die hem eindelijk van de zinloosheid zou kunnen verlossen, omdat hij alles wat hij wil al gedaan heeft en niets meer waarde lijkt te hebben als het altijd binnen bereik is.
Op dit laatste argument wil ik reageren op een aantal verschillende misvattingen die erachter kunnen zitten:
- het idee dat het geluk zonder de schaduwzijde van het kwaad geen geluk is;
- het idee dat alles zich uiteindelijk herhaalt als het eeuwig duurt;
- het idee dat de eeuwigheid door het christelijke geloof alleen wordt bestemd voor beloning of straf, woorden die Borges aan de onsterfelijke in de mond legt.
Allereerst over het idee dat het geluk zonder de schaduwzijde of begrenzing van het kwaad geen geluk is of overgaat in verveling. Ironisch genoeg heeft de kerkvader Augustinus ook geargumenteerd dat het kwade ten beste komt van het goede, en dat God het daarom heeft toegelaten - al bedoelde Augustinus niet dat het goede (nu of in de toekomst) niet zonder het kwade zou kunnen. Het idee dat het goede niet zonder het kwade kan is echter onjuist. Adam en Eva waren gelukkig zonder het kwaad. Ze moesten verleid worden tot iets wat ze niet kenden, bedrogen worden, om tegen God te zondigen. Wij zelf kunnen levenslang gelukkig zijn, bijvoorbeeld in een huwelijk of met een kind, zonder dat we behoefte hebben aan kwaad (zoals de dood of echtscheiding). Dit idee is dus empirisch bewezen onjuist te zijn.
Als tweede het idee dat er een eeuwige cyclus is waarin alles uiteindelijk herhaling is en niets nieuws meer is. Borges begint zijn verhaal met een citaat van Francis Bacon die op zijn beurt het bijbelboek Prediker citeert dat er niets nieuws onder de zon is. Daarmee wordt over het hoofd gezien dat deze klacht van niets nieuws onder de zon er een is die ontstaat in een ellendige en zondige wereld waarin de dood een feit is. Ieder mens snelt naar de dood, iedere nieuwe generatie is aan dezelfde wetmatigheden en ellende is onderworpen. De algemene stelling dat alles zich herhaalt is een vooronderstelling waarvoor geen enkel bewijs bestaat. Precies zo bestaat er voor de algemene stelling dat op den duur alles gaat vervelen, geen reden. Hoe zit dat in ons mensenleven? Mensen zijn als ze overlijden wel uitgekeken op de ellende, maar niet op het goede en mooie in het leven. Onze eigen ervaring spreekt het tegen. Als we dit leven niet meer willen, is dat uit wanhoop en niet uit verveling. Spreuken 5:19 heeft een mooie spreuk over het blijvend genieten van je huwelijk: "Dool altijd rond in haar liefde." Zoals je in een tuin telkens opnieuw rond kunt dwalen en telkens weer ervan geniet. Niet zoals in een cyclus waarin exact dezelfde toestand als eeuwen geleden terugkomt en alles zich opnieuw herhaalt.
Als laatste, het idee dat het christelijke geloof de eeuwigheid alleen bestemt voor beloning of straf. Dat is niet wat de Bijbel erover zegt. Beloning en straf is wel onderdeel van de eeuwigheid. Maar het is veel aangrijpender: de hel is zonder God zijn, zonder Zijn licht en zegeningen zijn, in gezelschap van de duivel, de bedrieger vanaf het begin zijn, en vol zijn van beklag maar ook van voortdurende haat tegen God. Je kunt het geen leven noemen - het wordt daarom de eeuwige dood genoemd. Dat is waar de leugen van Satan ons brengt ons brengt als we niet tot Jezus vluchten. Daartegenover staat eeuwig leven. Niet "eeuwig beloond worden" maar eeuwig leven. Dat gaat niet alleen over beloning, maar veel meer: over dat God alle tranen zal afwissen van het lijden op deze aarde, dat God een nieuwe hemel en nieuwe aarde zal maken waarop vrede en gerechtigheid woont, dat we Gods aangezicht zullen zien, wat betekent dat we onze Schepper niet meer alleen maar kennen als via een verdonkerde spiegel, maar direct, dat er vrede zal zijn in de natuur tussen de dieren en ons, dat we onbevreesd om mogen gaan met en regeren over heel Gods schepping, waarvoor wij in de eerste plaats door God tot leven zijn geroepen toen Hij ons op deze aarde schiep. En dat alles zonder de droevige zonden van ons hart waarmee we nu nog dagelijks strijden.
God heeft ons altijd al voor het eeuwige leven bestemd. Daarom stond er in het midden van het Paradijs (ja echt, in het midden) de boom des levens. Het is door onze zonde dat we moeten sterven. Het eeuwige leven in de Bijbel is dus niet een beloning, maar een herstel van hoe het zou moeten zijn. Het is dus een meervoudige misvatting dat eeuwig leven niet zingevend zou kunnen zijn.
Het tegendeel is waar. Kijk ten slotte eens op naar de oneindige God die dit heelal geschapen heeft, en bedenk dat Hij het is die je uitnodigt om in Zijn nabijheid te wonen. Hij zal eeuwig dezelfde betrouwbare, barmhartige en genadige God blijven die ons het eeuwige leven geeft, de eeuwige Bron van al het goede die nooit opdroogt. Jezus, het Lam van God, zal ons weiden en naar verse waterbronnen leiden.