donderdag 21 oktober 2010

Telos

Dat goed handelen ook geluk met zich meebrengt, is dat alleen maar wensend denken? Zo van: goed handelen moet beloond worden, dus moet ieder die goed handelt met geluk worden beloond? Niet helemaal. Het gaat er van uit dat de mens mogelijkheid heeft om zijn leven op een manier in te delen die hem van het ongelukkig-zijn weerhoudt. Voorbeelden zijn de Stoa en de Epicurii, en de recentere filosoof André Comte-Sponville, die stelt dat geluk het genieten van het aanwezige is. Het gaat bij deze voorbeelden trouwens niet alleen om geluk, maar ook in het kunnen incasseren van ongeluk in het lot. Maar het gelukkig leven staat dus centraal.

Het is natuurlijk een wens dat die mogelijkheid om het leven zo (gericht op het geluk) in te delen samenvalt met het goed doen. Of dat ook zo is? Het maakt het leven misschien gelukkiger om te denken van wel. Ertegenin te brengen is het voorbeeld van de tevreden slaaf: is de slaaf subjectief (volgens zichzelf) gelukkig, maar objectief (volgens anderen) ongelukkig? Meer algemeen: is degene met een gelukkige illusie gelukkig? [Vgl. Antoon Vandevelde, 'Een wetenschap van het geluk?'; ook Robert Nozick, 'The Experience Machine']

Er zijn veel ethische theorieën die de vraag stellen: wat is dat 'goed doen' dan wel, als het niet samenvalt met het geluk?

Een mogelijk modern antwoord is: het gaat niet alleen om mijn geluk, maar ook hoe anderen mijn leven beoordelen en waarderen. Het gaat om hoe mijn nageslacht en de toekomstige generaties over mij denken. Dat lijkt een redelijk antwoord. Maar: dit antwoord lost de paradox van de tevreden slaaf of gelukkige illusie, zoals hierboven genoemd, niet op. Stel dat iemand gelukkig wordt beoordeeld door zijn omgeving en door zijn landgenoten en door de volgende generaties van zijn landgenoten. Zo iemand is binnen zijn land objectief gelukkig te noemen. Maar stel nu dat het land in een achtergestelde positie is waardoor mensen in alle andere landen de inwoner van dat land objectief ongelukkig zouden noemen. Op die manier zou het veronderstelde geluk toch geen geluk zijn. Hoe groot moeten we de kring van beoordelaars maken? Alle mensen? Alle mensen die gelijktijdig met, na, of voor iemand hebben geleefd? Misschien leven alle mensen wel in een gelukkige illusie, vanuit een objectief standpunt bezien. Afgezien van deze logische objectie is de menselijke maat ook een heel onzekere (kan door ontwikkelingen in de toekomst veranderen), en tegenstrijdige maat (mensen van verschillende tijden en plaatsen spreken elkaar tegen).

Een ander mogelijk modern antwoord op wat 'goed doen' is, kan zijn: we moeten leven voor iets. Bijvoorbeeld, leven voor: de natuur; of voor: een perfect lichaam; of voor: een geliefde; of voor: wetenschap of filosofie. Het gaat dan om het vinden van een doel wat het leven 'waard is'. Maar: moet dat doel objectief zijn? Het lijkt van wel. Maar dan: hoe bepaal ik dat doel?

Het postmodernisme trekt zich hier misschien niets van aan, en zegt: elk subjectief doel (dat wat ik mezelf stel en waar ik 'voor ga') is goed. Maar toch strijdt die opvatting met wat gevoeld werd bij de paradox van de tevreden slaaf. Stel dat iemand heeft geleefd met als doel in harmonie samen te leven met zijn geliefde; maar stel dat zijn geliefde hem heel zijn leven bedroog door in het geheim een verhouding met iemand anders te hebben? Het leven in harmonie en dus dienst van het doel was er; maar het doel blijkt het niet waard te zijn. Dus weer: hoe bepalen we wat iets waard is? Als we niet zeker kunnen weten of leven voor een geliefde alles waard is, kunnen we dan wel zeker weten dat leven voor bijvoorbeeld een perfect lichaam alles waard is? Natuurlijk kan de natuur ons niet zo bedriegen, maar wij kunnen onszelf bedriegen.

Dat maakt dat we zeker moeten zijn van ons doel. Want wat als iemand anders kan zeggen: je leven was het niet waard, en dat kan aantonen door de echte waarde aan te wijzen?

We zijn niet alleen waarheidszoekers, we zijn ook doelzoekers.

Geen opmerkingen: